Interview: De strijd van de illegale graffitispuiter om de vereeuwiging van zijn naam

Interview: De strijd van de illegale graffitispuiter om de vereeuwiging van zijn naam

Lichamen worden stevig tegen de grond gedrukt. Harten bonken in de keel op een ritme dat past bij de spanning van de nacht. Er wordt gewacht tot de lampen van de zojuist gepasseerde auto gedoofd zijn in de verte. ‘Hij kan!’ roept Max. 

Het tafereel dat zich in de volgende vijftien minuten afspeelt, doet denken aan een scène uit een sensationele actiefilm. Vier schimmige gestalten rijzen op uit het donker en rennen naar een geluidswal naast de A28. Met soepele handbewegingen bedwingen ze hun spuitbussen en de eerste contouren van het kunstwerk worden zichtbaar op de muur. De zoete geur van de voorzomer moet wijken voor een doordringende verflucht. 

‘Shit, auto!’ roept een van hen en net zo snel als ze verlaten werden, worden de schuilplaatsen weer ingenomen. Zodra het maanlicht opnieuw de omgeving beheerst, gaat het schouwspel verder. Het resultaat wordt op de foto gezet en de verfspullen worden een eindje verderop in de bosjes gedumpt. Morgenochtend, als het gevaar geweken en de kust weer veilig is, zullen die weer worden opgehaald.

Het woord graffiti is van oorsprong Italiaans en betekent letterlijk ‘krasjes’. Aan het einde van de jaren zestig werd deze naam gegeven aan het werk van kansarme jongeren uit de achterbuurten van New York. Uit protest tegen de gevestigde orde en de heersende maatschappij, lieten zij overal in de openbare ruimte hun tags (afkortingen van namen en schuilnamen) achter in combinatie met afbeeldingen van striphelden. Vooral metro’s en treinstellen werden gezien als ideale dragers om door een miljoenenpubliek gezien te worden. De schreeuw om aandacht werd in het begin met een viltstift verwoord, later werd deze vervangen door de spuitbus. 

In de jaren tachtig waaide het verschijnsel over naar Europa en Amsterdam. De spelregels die zich ontwikkelden zijn simpel: wie gepakt wordt is game over, de winnaar verdient het respect van de andere deelnemers. Ook vereeuwigt hij zijn naam want geen enkele andere kunstvorm ter wereld wordt op één dag door zoveel mensen gezien. Dat magische idee spreekt vandaag de dag nog steeds tot de verbeelding van veel jongeren.

Met een hiphophanddruk en veel belangstelling worden de jongens bij terugkomst op het verjaardagsfeestje van Remko (33), alias Spun, onthaald. Voldaan betreden ze de vloer die bestaat uit grote vierkante stukken laminaat waarop verschillende spuiters hun signatuur hebben achtergelaten. Uit de boxen in de woonkamer klinkt rapmuziek en er is drank in overvloed. Het feestje is een samenkomst van de oude en nieuwe generatie graffitispuiters uit hun stad.

‘Vijf jaar geleden keek ik altijd op een afstandje naar wat zíj deden,’ vertelt de negentienjarige Max, terwijl hij aanwijst wie de doorgewinterde schrijvers zijn. Hij legt het krijtje weg waarmee hij op de deur, die gemaakt is van krijtbord, voor een groepje geïnteresseerden nagetekend heeft wat hij bij de snelweg neerzette. ‘Het was hun cultuur die me aansprak: hiphopmuziek en jezelf uiten door middel van graffiti. Daar wilde ik ook van proeven. Dus op een gegeven moment ben ik op ze afgestapt om te vragen of ze me iets konden leren. Ik bedacht de naam Glaze en elk weekend oefende ik daarmee op viaducten waar graffiti gedoogd werd. Zo kon ik de techniek leren en verschillende stijlen uitproberen. Na drie jaar wilde ik mijn vaardigheden ook ‘s nachts uiten, voor de kick maar ook om waardering te krijgen.’

‘De hiphopwereld bestaat eigenlijk uit battelen (strijden) en respect afdwingen,’ verduidelijkt Remko. ‘Hoe goed je bent in het schrijven hangt af van de stijl, de strakheid en de netheid van je werk. Het gaat ook om het aantal jaren dat je het al doet, en de hoeveelheid plekken waar je staat. Daarom is ook een tag, die door veel buitenstaanders als lelijk gekrabbel wordt gezien, voor ons heel belangrijk. Er zijn verschillende niveaus haalbaar, net als bij een computerspel. Het is makkelijk om je naam ergens op een muurtje te zetten, dat kan iedereen. Een bak (trein) beschrijven is al lastiger. De metro is het allermoeilijkst, die heb je alleen in Amsterdam. Het mooie aan rijdende dingen is het idee dat je naam met 120 kilometer per uur door een weiland suist. Iedereen wil dat hoogste niveau halen. Dan ben je een harde schrijver.’

‘Graffiti gaat ten koste van de veiligheid en heeft complete verloedering van de binnenstad tot gevolg,’ vindt inspecteur Hans Moorman (50) van Regiopolitie Groningen. ‘Bij een straatbeeld dat open is en goed verlicht, voelen mensen zich prettig. Daar willen ze graag wonen. In een straat die vol staat met graffiti niet. Het is net zoiets als wanneer er twintig kapotte flessen op de grond liggen. Daar wil je je auto niet parkeren. Het is vooral een kwestie van gevoel.’ 

Op zijn schrijftafel in het politiebureau aan de Rademarkt ligt, naast een paar handboeien, een 380 pagina’s tellend dossier. Het is gevuld met honderden foto’s die dienen als bewijsmateriaal voor de grootste graffitizaak in Groningen tot nu toe. Drie op het eerste oog nietszeggende letters, telt de tagdie keer op keer op de bladzijdes verschijnt. ‘Weet je waarom ze juist die naam gebruiken?’ vraagt Moorman lacherig. ‘Het komt van een televisieserie over de maffia waar ze fan van zijn. Maar de titel was te lang om snel op te kunnen schrijven.’ Er zijn drie jongens in de leeftijd van 18 tot 25 jaar die in deze zaak verdacht worden. Een van hen werd tijdens het bekladden van een trein in Friesland opgepakt. Dankzij Meldpunt Overlast, de centrale database van Nederland waarin alle meldingen van graffiti inclusief foto’s worden opgenomen, kon hij in verband worden gebracht met Groningen.

Het is voor de politie tegenwoordig eenvoudiger om schuld te bewijzen. Vroeger moest iemand op heterdaad betrapt worden. Sinds twee jaar is overtuigend bewijsmateriaal ook genoeg om iemand aan te kunnen houden. Naast de database zijn er soms verborgen camerabeelden. ‘Bovendien kicken de daders vaak op hun eigen werk. Dat is hun zelf gegraven valkuil,’ zegt Moorman. ‘Zonder schaamte zetten ze hun werk voorzien van namen op internet zodat iedereen het kan bewonderen, dus wij ook. Als iemand opgepakt is, wordt zijn huis vaak doorzocht op schetsen en spuitbussen. Tezamen wordt het dan al gauw een optelsommetje waarvan de uitkomst de verdenking legitiem maakt.’

Het is een stuk moeilijker om een proces-verbaal rond te krijgen. In deze zaak was het dossier al klaar, maar bij elke afzonderlijke tekening moet worden aangetoond wie van de drie erbij betrokken was. Verdachten mogen maximaal drie dagen en zes uur worden vastgehouden voor verhoor. De meeste zaken eindigen daarna met een schikking, ongeveer tien procent gaat door naar de rechter. Hoe hoog de boetes uitvallen zodra deze jongens voor de rechter komen, durft Moorman niet te zeggen. ‘In het ergste geval kan het oplopen tot ongeveer twee ton, zeker als de aanklager besluit een schadeclaim in te dienen.’

‘Ik vind dat soort straffen terecht. Ook al is het soms best mooi wat ze maken, het blijft stelselmatige vernieling van andermans eigendom.’ De inspecteur toont een foto van een witte bestelbus waar met grote rode letters de crew-naam op staat. ‘Je zal je auto maar zo terugvinden ‘s ochtends.’ De schoonmaakkosten voor de gemeente bedragen gemiddeld honderdvijftig euro per vierkante meter. Een extreem voorval was het met zure verf bespuiten van de Rabobank op het Helperplein. Omdat het om kogelvrij glas ging, waren de kosten zesduizend euro per raam. ‘Iemand moet dat betalen, maar een alternatieve straf had ik eerlijk gezegd ook goed gevonden,’ aldus Moorman. ‘Het zijn over het algemeen geen slechte jongens. Ze zijn heel creatief en zeker niet dom. Het zijn gewoon normale mensen die ‘s nachts iets spannends doen.’ 

Een boete zo hoog als het bedrag waarvoor je een huis kunt kopen, schrikt Max en zijn vrienden niet af. ‘In het begin was ik wel angstig om gepakt te worden maar op een gegeven moment heb je het spel door, je weet hoeveel tijd je hebt. ‘s Middags kijken we of er geen camera’s hangen en tellen we hoeveel auto’s er langskomen. Tijdens het spuiten dragen we een bivakmuts en handschoenen. Het is wel eens gebeurd dat we met z’n vieren bezig waren en een bewaker ons in de gaten kreeg. Op zo’n moment weet je dat je slechts twee dingen kunt doen: vluchten of slaan. In je eentje ben je bang en zou je waarschijnlijk vluchten, met zijn vieren klap je hem neer en ben je weg. Op je crew kun je blindelings vertrouwen. Ik heb daar geen schuldgevoelens over. Die agent of bewaker maakt zich toch ook geen zorgen over ons en het geld dat we moeten betalen als hij ons pakt? Hij kiest er zelf voor om achter ons aan te komen. Ik voel me er prettig bij dat ik wegkom.’

In de hoek van de kamer staat Michael (21), oftewel Brew. De hippe meisjes om hem heen hangen aan zijn lippen, ook de jongens luisteren vol bewondering naar zijn stoere verhaal. Op de donderdag voor Koninginnedag werd hij voor de tweede keer gearresteerd. De eerste keer kwam hij ervan af met een twaalf-urige taakstraf en een geldboete van 550 euro, ditmaal hangt hem een veel zwaardere straf boven het hoofd. ‘Ik mocht echt helemaal niks die eerste dagen in de cel, ze hadden mijn telefoon afgepakt, mijn pen en papier, en ook de touwtjes moest ik uit mijn trui halen. Ze hebben zelfs zo’n boevenfoto van me gemaakt met een nummertje eronder,’ pocht hij.

‘Maar hoe hebben ze je dan gepakt? Terwijl je bezig was?’ vraagt een van de meisjes zo luchtig mogelijk in een poging haar bewondering niet prijs te geven. ‘Ik had in een café mijn tag op de wc-deur gezet, dat had blijkbaar iemand gezien,’ luidt het antwoord van Michael. ‘Na een uur werd ik door de eigenaar en een uitsmijter mee naar buiten genomen. Ik moest op een bankje gaan zitten, ze vertelden me dat ik zwaar de lul was. Toen een maat van mij naar buiten kwam en met hen begon te praten heb ik het nog op een lopen gezet. Ik was zo dronken, ik liep echt met mijn borst op mijn knieën. Drie minuten later zat ik in de politieauto en niet veel later op het bureau.’ 

‘Ik heb je zo vaak gewaarschuwd,’ zegt Remko die langsloopt om de biervoorraad van de jongens aan te vullen. ‘Ik ben nu zo’n veertien jaar bezig met graffiti maar spuit al jaren niet meer illegaal. Ik doe het voor mezelf en daar pluk ik de vruchten van,’ vertelt hij, terwijl hij Michaels hand in de houdgreep neemt voor een worstelpartijtje. ‘Op een gegeven moment begonnen de opdrachten binnen te stromen, het aantal groeit nog steeds. Vooral kinderkamers zijn populair. Van het geld dat ik daarmee verdien kan ik de verf kopen en dan maak ik nog winst. Verder heb ik hier in huis een beginnend tattoozaakje dat ook steeds beter loopt. Vroeger stond ik niet stil bij de gevolgen van illegaal spuiten, nu ben ik ouder. Ik heb geen zin om daar 200.000 euro voor te moeten betalen, dat is het niet waard.’ 

‘Eigenlijk voelt het wel alsof ik verloren heb,’ zegt Michael op het moment dat hij ook het handje drukken verliest. ‘Ach, ze kunnen me niks maken. Ik heb alleen voor die tag in de kroeg bekend omdat ze dat gezien hadden. Ik heb gezegd dat ik die had nagemaakt van iemand anders. Zo kon ik bij al het andere werk waar ze foto’s van hadden ontkennen dat ik het had gedaan. Mijn broertje heeft al het bewijsmateriaal uit mijn kamer gehaald voordat ze het huis doorzochten. Hij had een uur van tevoren opgevangen dat ze zouden komen. Weet je, ik ben drie dagen in de cel alleen maar boos geweest, ik had schijt aan iedereen. Maar ik brak toen ik dat hoorde van mijn broertje. Dat is het mooiste wat iemand ooit voor me heeft gedaan. Anders had ik zóveel moeten betalen.’

‘Het ergste van dit alles is dat ik weer gelogen heb tegen mijn ouders. Nadat ik de eerste keer gearresteerd was, heb ik beloofd dat ik nooit meer illegaal zou spuiten. Iedere keer dat ik op pad ging, zei ik tegen hen dat ik een computerspelletje ging spelen bij een vriend. Als ik er nu met een kleine geldboete vanaf kom, houd ik me zeker even rustig uit respect voor mijn ouders. Ik wil eerst hun vertrouwen herstellen. Ik kan niet met zekerheid zeggen dat ik over twee jaar niet weer opnieuw begin. Als je stopt nadat je een keer gepakt wordt, denken andere spuiters dat je zwak bent. Vooral de spanning ga ik missen. Het is een gevaarlijk maar verslavend spelletje.’

One thought on “Interview: De strijd van de illegale graffitispuiter om de vereeuwiging van zijn naam”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *