Column: Eindeloze reproductie

Column: Eindeloze reproductie

Eerlijk is eerlijk. De afgelopen weken was de ‘Fairphone’, een eerlijke telefoon, regelmatig in het nieuws. Eerlijk? Ja, want deze telefoon is ‘conflictvrij’ geproduceerd met het oog op de gehele levensloop, transparantie en openheid. Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld de metalen niet gedolven zijn uit mijnen in Congo waar rebellen en regeringstroepen elkaar de loef afsteken. Het apparaat waarop je dit artikel leest, heb jij hopelijk wel eerlijk gekocht, maar ergens in de productieketen is de aankoop hiervan helemaal niet zo netjes geweest. Om dergelijke apparaten zo goedkoop mogelijk te produceren, worden de in elektronica veelgebruikte metalen vaak gehaald in gebieden waar de prijs, door bezuinigingen op sociale- en milieuaspecten, het laagst ligt.

Gelukkig kan het ook anders. De Fairphone is slechts een van de vele ontwikkelingen in een lange lijst van producten die bedoeld zijn om een betere wereld te realiseren. Er bestonden al huizen die meer energie leveren dan ze gebruiken, biologisch afbreekbare plastic zakjes, servies, kleding en nu dus ook een mobiele telefoon. De doelstellingen zijn vaak net wat verschillend, maar vaak terug te brengen tot de criteria van het Cradle to Cradle principe. Dit in 2002 door Braungart en McDonough uitgewerkte concept is bedoeld om producten zo te ontwerpen dat ze over hun hele bestaan waarde toevoegen. Dit als reactie op zowel de enorme hoeveelheden afval die we produceren, als op de in hun ogen ineffectieve recycling processen.

Volgens het Cradle to Cradle principe zou afval helemaal niet moeten bestaan; als je een product goed ontwerpt, kan het over zijn bestaan juist steeds meer waard worden, of steeds een nieuwe functie vervullen: ‘upcycling’ in plaats van ‘downcycling’. Denk bijvoorbeeld aan die antieke kast die steeds meer sentimentele waarde krijgt of aan een fabriek die zo slim is ontworpen dat het ‘afvalwater’ van drinkwaterkwaliteit is.

Het meest vernieuwende aan het concept is misschien wel dat het zich, in tegenstelling tot de traditionele geitenwollensokkenfilosofie, ook op de economie richt. De visie is niet alleen een wereld waarin iedereen lief is, overal mooie plantjes groeien en vogeltjes fluiten. Nee, daar moeten keiharde pegels mee verdiend worden, anders werkt het niet.

Juist de economische dimensie maakt dat Cradle to Cradle een van de grondleggers van het moderne duurzaamheidsdenken vormt. Duurzaam zou niet duur of zuur, maar vooral leuk, inspirerend en winstgevend moeten zijn. Concreet zijn drie pijlers geformuleerd: de zojuist genoemde kenmerkende aandacht voor de winst (economie), het produceren met oog voor de natuur (ecologie) en oog voor de werknemers en klanten (equity).

Een ruim decennium na het formuleren van dit concept zijn er echter nog weinig voorbeelden te noemen van ‘upcycling’. Er worden wel steeds meer spullen zo ontworpen dat de grondstoffen hergebruikt kunnen worden (recycling), maar massaproductie van spullen die steeds meer waard worden, lijkt toch nog ver weg. Ondanks de integratie van de economie, ecologie en equity in een concept blijken deze in werkelijkheid nog altijd moeilijk met elkaar te rijmen.

Een deel van de westerlingen kan dan wel heel graag een lieve groene planeet willen, maar zelf iets fysieks produceren, vinden we anno 2013 toch meer wat voor China. Dat is dan ook de grootste producent ter wereld. Hoewel, de EU heeft zojuist, net als de VS, een heffing op Chinese zonnepanelen afgekondigd. De reden hiervoor was echter de kunstmatig laag gehouden prijzen. Niet dat iemand erom maalt dat de productie van die panelen gerelateerd is aan slechte arbeidsomstandigheden, corruptie, milieuvervuiling en dumping van chemicaliën.

Je kunt je afvragen of dat betekent dat het voorlopig niet simpelweg goedkoper is om dingen na gebruik weg te gooien en of we wel zitten te wachten op producten die na de oorspronkelijke functie nog allerlei andere functies kunnen vervullen. De vraag die daaraan vooraf gaat is misschien wel waarom we geen flauw idee hebben van waar, door wie en hoe onze producten worden geproduceerd. Als we dat zouden zien, zouden we daar dan ook meer waarde aan toekennen?

Allard Haarman heeft zojuist zijn master Environment and Resource Management aan de VU afgerond met als specialisatie ‘energie’. In oktober 2013 begon hij aan zijn traineeship bij Enexis. Allard schreef voor Blind een column over het Cradle to Cradle principe.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *