Waar ligt de grens tussen man en vrouw

Waar ligt de grens tussen man en vrouw

One day I’ll grow up, I’ll be a beautiful woman.
One day I’ll grow up, I’ll be a beautiful girl.
But for today I am a child, for today I am a boy.’

For today I am a boy – Antony & the Johnsons

Toen ik nog op de basisschool zat keek ik vaak naar “Villa Achterwerk” (VPRO) op zondagochtend. Via dit programma kwam ik in aanraking met de documentaire “Valentijn” (VARA, deze was toen nog niet voltooid). Deze documentaire ging over een jongen die een meisje wilde zijn. Zelfs toen fascineerde haar verhaal mij al en tegelijkertijd vond ik het totaal niet schokkend. Als kind neem je vaak de dingen zoals ze zijn. Ook in haar klas werd ze volledig geaccepteerd zoals ze was, al werd dat later op de middelbare school wel anders. Haar verhaal maakt duidelijk dat de begrippen “man” en “vrouw” niet zo makkelijk te onderscheiden zijn als op het eerste gezicht lijkt. Zelfs al zegt je lichaam dat je een jongen bent, als je brein zegt dat je een meisje bent dan is die kracht sterker.

Geschiedenis van het begrip “gender”

Om verwarring te voorkomen is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen sekse en gender. Sekse (‘sex’ in het Engels) is een puur biologische definitie. Iemands sekse kan je bepalen aan de hand van de geslachtschromosomen (X en Y) en de primaire geslachtskenmerken bij de geboorte. Al kunnen deze twee eigenschappen in een zeldzaam geval elkaar tegenspreken. Het woord gender dat we geleend hebben uit het Engels komt oorspronkelijk van het oud Franse woord ‘gendre’ en dat komt weer uit het Latijnse ‘genus’. De betekenis van het woord is zoiets als ‘type’ of ‘soort’. In de praktijk maak je een onderscheid tussen genderidentiteit en genderrol. Met genderidentiteit wordt het geslacht bedoeld, zoals je je voelt. Dit komt rond je 4e jaar vast te liggen. Genderrol is het gedrag dat je vertoont en of dat gedrag in het vrouwelijke – of het mannelijke hokje past. Als deze drie eigenschappen [sekse, genderidentiteit en genderrol] van elkaar verschillen dan spreek je van een genderidentiteitsstoornis. Uit archeologische opgravingen in Tsjechië blijkt dat er tenminste 26 000 jaar geleden al een onderscheid werd gemaakt tussen een vrouwelijke en mannelijke genderrol (Adovasio, 2009).

Money’s tabula rasa

In de jaren 60 en 70 was het een populair denkbeeld dat een kind wordt geboren als tabula rasa, een onbeschreven blad. De bijbehorende gedachte was dat een kind bij de geboorte dus ook geen mannelijke of vrouwelijke identiteit heeft. Pas op latere leeftijd zou het kind onder invloed van de maatschappij in zijn of haar rol worden geduwd. De psycholoog John Money ging er vanuit dat er in ieder geval in het eerste jaar van het kind nog gekozen kon worden voor de vrouwelijke – of mannelijke richting.
Het werd op een pijnlijke manier duidelijk dat zijn theorie niet klopte, door het levensverhaal van David Reimer. David Reimer werd op een leeftijd van 8 maanden geopereerd aan zijn voorhuid omdat deze te nauw was. Door een mislukte operatie werd zijn hele penis verwijderd. Een paar maanden later werden op advies van Money zijn testikels ook verwijderd en werd David Reimer opgevoed als meisje. Tijdens de pubertijd kreeg hij zelfs oestrogenen toegediend, alles leek succesvol te verlopen. Echter op de leeftijd van 14 jaar besloot David weer als jongen te leven (Diamond, 1997). Na jaren van depressies, geldproblemen en ongetwijfeld ook zijn moeilijke jeugd pleegde Reimer zelfmoord in 2004 op 38-jarige leeftijd.

‘One is not born, but, rather, becomes a woman’ (Simone de Beauvoir)

Volgens Simone de Beauvoir is gender op geen enkele manier een stabiele identiteit, maar slechts een identiteit die is ontstaan door een herhaling van typische handelingen. Als je je genderidentiteit wil veranderen dan kan dat simpelweg door je gedrag aan te passen. Simone de Beauvoir gaat zelfs zo ver dat ze in haar boek The Second Sex beweert dat het ‘vrouw zijn’ slechts een historische situatie is, en niet een natuurlijk feit (Beauvoir, 1989). Wat zij hiermee bedoelt is dat het biologisch vrouw zijn geen betekenis heeft, in tegenstelling tot een vrouw worden. Om een vrouw te worden moet je je lichaam vormen tot een cultureel symbool, dat voldoet aan het historische idee van vrouw zijn. Als je niet voldoet aan dat beeld wordt dat vaak bestraft vanuit de maatschappij. Toch is Simone de Beauvoir van mening dat het moeilijk te omvatten is wat ‘gender’ precies is. Aangezien het geen essentie heeft of is te reduceren tot een objectief ideaalbeeld. Het is ongrijpbaar maar toch kunnen we niet zonder dit begrip (Butler, 1988).

Zijn wij ons brein?

Pasgeboren vrouwelijke baby’s kijken meer naar gezichten en mannelijke baby’s meer naar mechanische objecten. Als de baby’s een paar maanden oud zijn, uit dit verschil zich in het speelgedrag van de baby’s. Meisjes spelen met poppen en jongens met autootjes en ballen. Natuurlijk hebben we het hier over gemiddelden en zijn er individuele meisjes die met auto’s spelen en andersom (Bao, 2010). Toch moet dit effect niet onderschat worden, want zelfs bij groene meerkatten (Afrikaanse apensoort) is dit effect zichtbaar. De vrouwelijke aapjes begonnen gelijk met het onderzoeken van de poppen op een zelfde manier als baby-aapjes vaak worden onderzocht, terwijl de mannetjes veel meer geïnteresseerd waren in de auto’s en de ballen (afbeelding 1). Een omgevings-effect voor dit speelgedrag wordt met dit bewijs vanuit de apenwereld minder aannemelijk.

Afbeelding 1. Twee groene meerkatten die speelgedrag vertonen. Het vrouwtje (links) onderzoekt de pop zoals ook baby-aapjes worden onderzocht. Het mannetje (rechts) beweegt de auto zoals ook een (menselijke) peuter dat zou kunnen doen. (Alexander & Hines, 2002)

Gedurende de ontwikkeling in de baarmoeder vormen de testikels zich onder invloed van een cascade van genen, die begint bij de seksebepalende regio op het Y chromosoom (SRY). De ontwikkeling van de vrouwelijke geslachtsdelen vindt vooral plaats op basis van de afwezigheid van testosteron. Als de differentiatie van de geslachtsdelen is voltooid, dan pas begint de seksuele differentiatie van de hersenen. Gedurende de puberteit worden de circuits die tijdens de zwangerschap zijn aangelegd in het brein, geactiveerd door geslachtshormonen. Omdat de differentiatie van de geslachtsdelen en de differentiatie van het brein (gedeeltelijk) onafhankelijke processen zijn, kan er in een enkel geval een conflict ontstaan (Bao 2010). Zo een mismatch tussen de differentiatie van de geslachtsdelen en het brein, kan leiden tot gender dysforie (GD). Het aantal mensen dat lijdt aan GD wordt geschat op ongeveer 1 op de 1000 tot 4000 mensen in Nederland en België (Olyslager, 2008).

Verschillen tussen mannen en vrouwen

Uit een artikel van McCarthy (2012) komt naar voren dat sekseverschillen niet een heel erg populair onderwerp van onderzoek is. Ook al is dit onderwerp ruim aanwezig in populair wetenschappelijke bladen. Dit ligt voornamelijk aan ongewenste effecten als gevolg van hormoonschommelingen of omdat het statistisch niet aantrekkelijk is. Sekseverschillen kunnen genetische en hormonale oorzaken hebben. Waar precies het verschil ligt kan nu op een unieke manier worden onderzocht met behulp van het “Four-Core-Genotypes model”. Dit model bestaat uit genetisch gemodificeerde muizen, waarbij het testis-bepalende gen (Sry) is losgekoppeld van het Y chromosoom. Op deze manier kunnen naast gewone muizen ook XY-muizen met eierstokken en XX-muizen met testikels worden gemaakt. Door experimenten uit te voeren met deze muizen kan worden bepaald of een bepaalde eigenschap is toe te schrijven aan het genetisch materiaal of de hormoonhuishouding. (McCarthy 2012)

Geslachtshormonen bepalen niet alleen wie wij zijn maar ook waar we gevoelig voor zijn. Zo zijn vrouwen gevoeliger voor angststoornissen en depressie en mannen hebben vaker ADHD en autisme. Dit alles als gevolg van onze gedifferentieerde hersenstructuur. In het volwassen stadium zijn de verschillen in hersenstructuur nog steeds zichtbaar op zowel micro- als macroniveau. Vrouwen hebben meer witte stof dan mannen, maar een bepaalde kern in de hypothalamus is bijvoorbeeld 2,5 keer groter bij mannen. Uit een onderzoek van Dick Swaab blijkt dat er naast dit gebied ook nog een andere hersenkern is die structureel verschilt in grootte tussen mannen en vrouwen. Bij beide studies is ook aangetoond dat Man-naar-Vrouw (MV) transgenders van deze kernen een vrouwelijke versie hebben, zelfs als er rekening werd gehouden met de effecten van hormoonbehandeling (Garcia-Falgueras & Swaab, 2008).

Gender als een spectrum

Binnen de neurowetenschappen is het onderzoek naar man/vrouw-verschillen al ver gevorderd en er heerst dan ook consensus over de mechanismen achter de differentiatie naar vrouw respectievelijk man. Onderzoek naar de precieze mechanismen achter GD moeten echter nog wel onderzocht worden. Al is de vertaling van kennis over GD naar de maatschappij naar mijn mening nog veel belangrijker. Over het algemeen heerst er nog veel onbegrip en onwetendheid richting transgenderisme maar ook homoseksualiteit. Het moet duidelijk worden dat de ontwikkeling van de hersenen de genderidentiteit en seksuele oriëntatie van mensen bepalen, en niet de geslachtsdelen, officiële documenten of opvoeding.

Als een stap richting acceptatie van transgenders heb ik het volgende voorstel.
We moeten niet langer denken in een tweedeling van geslacht maar in een spectrum. Het testosteronniveau in het bloed is namelijk ook geen nominale waarde maar een unieke individuele waarde, die ook nog eens kan verschillen in de tijd. Of zoals Alfred Kinsey het zo mooi kan zeggen: “The living world is a continuum in each and every one of its aspects.” (Kinsey 1948).
Bij het indelen van het geslacht in een spectrum, kan ieder individu zijn of haar eigen plek vinden. Onderstaand diagram (afbeelding 2) is een schets van hoe zo een spectrum kan worden omschreven. Er is plek voor elke gendervariant in de maatschappij zoals: transgender, genderqueer, androgyn, aseksueel, hermafrodiet, homoseksueel en biseksueel.

Afbeelding 2. Diagram van de verschillende spectra op het gebied van sekse, gender & seksualiteit. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen sekse, gender identiteit, gender expressie (genderrol), seksuele oriëntatie & seksueel gedrag. (gendersanity.com – Originele afbeelding staat niet meer online. Deze afbeelding is te vinden op: americantransman.com )

Door te accepteren dat alle mensen een andere positie innemen op het genderspectrum, kan ook iedereen worden erkend als gelijkwaardig mens (in de zin dat niemand afwijkt). Op deze manier worden transgenders niet alleen geaccepteerd maar kunnen ze ook een belangrijke maatschappelijke rol spelen. Zij kunnen namelijk een brug slaan tussen de ‘gemiddelde man’ en de ‘gemiddelde vrouw’, omdat zij ervaring hebben met verschillende aspecten van beide geslachten. Als transgenders niet langer één kant van het spectrum hoeven te kiezen en geaccepteerd zullen worden zoals ze zijn, dan is behandeling met hormonen of geslachtsaanpassende operaties misschien wel helemaal niet meer nodig.

Noten en/of literatuur

Adovasio, J.M., Soffer, O., & Page, J. (2009). The Invisible Sex. HarperCollins e-books.

Alexander, G.M., & Hines, M. (2002). Sex differences in response to children’s toys in nonhuman primates (Cercopithecus aethiops sabaeus). Evolution and Human Behavior, 23, 467-479.

Antony & the Johnsons (2005). ‘For today I am a boy’, in: Antony and the Johnsons, I am a bird now, London.

Bao, A. & Swaab, D.F. (2010). Sex Differences in the Brain, Behavior, and Neuropsychiatric Disorders. Neuroscientist, 16, 550-565.

De Beauvoir, S. & Parshley, H.M. (1989). The Second Sex. Vintage.

Butler, J. (1988). Performative Acts and Gender Constitution: An Essay in Phenomenology and Feminist Theory. Theatre Journal, 40, 519-531.

Diamond, M., & Sigmundson, H.K. (1997). Sex Reassignment at Birth: A Long Term Review and Clinical Implications. Archives of Pediatrics and Adolescent Medicine, 151.

Garcia-Falgueras, A., & Swaab, D.F. (2008) A sex difference in the hypothalamic uncinated nucleus: relationship to gender identity. Brain, 131, 3132-3146.

Gomez-Gil, E., Esteva, I., Carrasco, R., Almaraz, M.C., Pasaro, E., Salamero, M., & Guillamon, A. (2010). Birth order and ratio of brothers to sisters in Spanish transsexuals. Archives of Sexual Behavior, 40, 505-510.

Kinsey, A.C., Pomeroy, W.B., & Martin, C.E. (1948/1998). Sexual Behavior in the Human Male. Philadelphia: W.B. Saunders; Bloomington, IN: Indiana U. Press, p. 639

McCarthy, M.M., Arnold, A.P., Ball, G.F., Blaustein, J.D., & De Vries, G.J. (2012). Sex Differences in the Brain: The Not So Inconvenient Truth. The Journal of Neuroscience, 32, 2241-2247.

Naftaniël, L., (Producent), & Nietsch, H., (Regisseur). (2007). VALENTIJN [documentaire]. Nederland: NOVA (VARA).

Olyslager, F., & Conway, L. (2008). Transseksualiteit komt vaker voor dan u denkt. Tijdschrift voor Genderstudies, 11, 39-51.

Rowson, E.K. (1991). The Effeminates of Early Medina. Journal of the American Oriental Society, 111, 671-693.

Swaab, D.F. (2004). The human hypothalamus. Basic and clinical aspects. Part II: Neuropathology of the hypothalamus and adjacent brain structures. In: Aminoff, M.J., Boller, F., & Swaab, D.F. (editors), Handbook of clinical neurology. Amsterdam: Elsevier, pp. 193-231.

Swaab, D.F., Garcia-Falgueras, A. (2009). Sexual differentiation of the human brain in relation to gender identity and sexual orientation. Functional Neurology, 24, 17-28.

Van Eijk, M. (2006). God als androgyne persoonlijkheid: een “queer reading” van de bijbel. Op internet: continuum.nl, geraadpleegd op 29 januari 2014.

Stone, K. p. 67. In: Goss, R.E., West, M. (2000). Take Back the Word: A Queer Reading of the Bible. The Pilgrim Press.

Nina van Bruggen

 

Nina van Bruggen studeert Psychobiologie aan de Universiteit van Amsterdam. Dit stuk werd bekroond met de derde prijs tijdens de essaywedstrijd.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *