Waarom we niet meer naar Kenia op vakantie gaan

Waarom we niet meer naar Kenia op vakantie gaan

Op 21 september 2013 komen vier mannen, gewapend met handgranaten en kalasjnikovs, schietend het Westgate-winkelcentrum in Nairobi binnen. Na een gijzeling van ongeveer vier dagen en een aantal mislukte pogingen om de gijzelaars te bevrijden, komen uiteindelijk 68 mensen om het leven, waaronder de neef van de huidige president van Kenia en een hoogzwangere Nederlandse vrouw. De terroristische aanslag wordt opgeëist door de uit buurland Somalië afkomstige, radicaal islamitische terreurorganisatie Harakat al-Shabaab al Mujahideen. Al-Shabaab laat weten dat deze aanslag de vergelding is op het besluit van de Keniaanse overheid om militair in te grijpen in Somalië. ‘Westgate was not a fight, it was a message: get out of Somalia and stop your aggression against Muslims. Else, the real fight is on the way’ (Sonmez, 1998, p. 426)(De Jong, 2015). Er volgt meer terreurgeweld met aanslagen aan de kust en recent (2 april 2015) de aanslag op de universiteit van Garissa waarbij 147 mensen om het leven komen.

Sam Ikwaye van de organisatie van Keniaanse hoteluitbaters vertelt dat vanwege de terreuractiviteiten van al-Shabaab het toerisme aan de kust is afgenomen met 70% ten opzichte van 2013. Keniaanse toeristen bezoeken de kust nog wel, maar van de belangrijkste inkomstenbron, de groep westerse toeristen, durft bijna niemand meer in dit gebied op vakantie te gaan. Veel toeristen mijden nu zelfs de wild-lifeparken in het binnenland van Kenia (Schenkel, FD, 2015).

Dit artikel gaat niet zozeer over de omvang van de gevolgen voor een land waar, na de land- en tuinbouw, toerisme de grootste economische contributiebron is, maar zoomt vooral in op het beslissings- en evaluatieproces van de toerist. Welke informatiebronnen heeft een toerist tot zijn beschikking en wat voor effect hebben de relatief nieuwe terreurontwikkelingen op dit beslissings- en evaluatieproces?

Het begin van de problemen

In november 2014 ben ik zelf onderzoek gaan doen naar de ontwikkeling van de toerismesector aan de kust van Kenia. Het (voorheen) zeer toeristische eiland Lamu leek mij hiervoor de geschikte plaats, omdat hier de terreurdreiging in Kenia ooit begon en er op het moment van het onderzoek een avondklok actief was vanwege een serie aanslagen die eerder in de buurt plaatsvonden. Om de relatie tussen toerisme en terrorisme in Kenia te begrijpen, is het allereerst belangrijk om het begin van deze relatie kort uit te leggen.

De terreurdreiging begint in oktober 2011, wanneer er op het toeristische eiland Lamu en een andere toeristische hotspot in de buurt twee mensen kort na elkaar worden ontvoerd en per boot worden meegenomen naar Somalië. Buiten het feit dat deze ontvoeringen al een grote impact hadden op het lokale toerisme is dit een belangrijk omslagpunt met betrekking tot de terreurdreiging in heel Kenia. De overheid houdt terreurorganisatie al-Shabaab namelijk verantwoordelijk voor deze aanslagen.

Het enige bewijs voor deze aanname is dat Lamu dicht bij de grens van Somalië ligt en de ontvoerders per boot zijn gevlucht in deze richting. De Keniaanse overheid reageert extreem fel door een directe initiatie van operatie Linda Nchi: operatie ‘verdedig het land’. Dit houdt in dat Keniaanse militairen over de grens met Somalië worden gestuurd om de verantwoordelijke daders te arresteren en al-Shabaab verder te verzwakken. Toch is volgens bronnen in mijn onderzoek betrokkenheid van al-Shabaab bij de ontvoeringen zeer twijfelachtig en lijken de mogelijke daders eerder in de richting van een Somalische lokale bende te wijzen. Meerdere respondenten geven daarnaast aan dat economische belangen een rol speelden bij deze overheidsbeslissing. Of operatie Linda Nchi in het leven is geroepen om de war on terror te dienen of dat er iets anders speelde, de uitkomst van de missie blijft in ieder geval hetzelfde; een extreme stijging van terreuractiviteiten in Kenia en logischerwijs een extreme daling van toeristen (De Jong, 2015).

Lamu in relatie tot Somalië en de rest van Kenia
(jambohouse.com; geraadpleegd 3 september 2015)



Wanneer ik in november 2014 aankom op het prachtige eiland Lamu merk ik onmiddellijk de impact van de terreurdreiging. Elk hotel is leeg of dicht, er is bijna geen enkele mzungu (‘blanke’ in de lokale taal, het kiswahili) te bekennen en wanneer ik op het strand of in de stad loop word ik direct aangevallen door allerlei verkopers en kunstenaars die waarschijnlijk al maanden niets hebben verkocht. Ik praat veel met lokale verkopers en ondernemers en ook met hotel/guesthouse-eigenaren, die schokkende verhalen vertellen, en spreken van een complete standstill van het toerisme. Naast hun onvrede over alle bezuinigingen en andere maatregelen die zij hebben moeten nemen, merk ik dat ze ook erg boos zijn over de, volgens hen, onterechte negatieve beeldvorming van Lamu en Kenia als geheel. Ik ontdek een aantal belangrijke factoren die meespelen in de negatieve beeldvorming en veiligheidspercepties van westerse toeristen en daarnaast ook alles te maken hebben met het creëren en/of in stand houden van een bepaalde hokjesdenkgeest.

De media

Vanwege het al jarenlange bestaande beeld van een arm, corrupt en onveilig Afrika, speelt veiligheid bij de keuze voor een vakantiebestemming in Afrika een zeer belangrijke rol. De meeste toeristen hebben geen kennis van de lokale omstandigheden en zij moeten zich dus voor een juiste inschatting en evaluatie van de huidige veiligheidssituatie in een land kunnen beroepen op een aantal externe factoren/instanties ten aanzien van de informatievoorziening. De eerste beschikbare factor in informatievoorziening zijn de (inter)nationale media. Goed nieuws is geen nieuws, waardoor meestal alleen negatieve gebeurtenissen in Kenia het nieuws halen in de westerse wereld. Voor de toerismesector is het dan ook van essentieel belang dat deze berichtgeving in ieder geval correct is. Volgens de hoteleigenaren is dit helaas bijna nooit het geval. De berichtgeving is vaak onjuist en/of sensatiegericht. ‘They twist and make up stories to sell their paper’, legt een hoteleigenaar uit (De Jong, 2015). Ik vraag haar naar voorbeelden en ze vertelt dat na de enige ontvoering op Lamu in 2011 in veel kranten stond geschreven dat de vrouw een toerist was en/of uit haar villa was getrokken terwijl deze vrouw gewoon op het eiland woonde in een lokaal houten huis zonder deuren of ramen dat midden op het strand stond. De eerdergenoemde boosheid over de foutieve berichtgeving komt in de interviews die ik heb gehouden maar al te vaak tot uiting. ‘You don’t need terrorists anymore, we have journalists’ (De Jong 2015). Ik begrijp de woede maar al te goed, aangezien één negatief artikel de toestroom van toeristen al drastisch zal verminderen.

 

Het reisadvies

Niet alleen de media zijn een factor die de veiligheidsperceptie van toeristen beïnvloedt. Het land van herkomst van toeristen geeft altijd een reisadvies af, gebaseerd op de kennis van de ambassade over de veiligheidssituatie van een land. Dit advies vervult een belangrijke (en meer concrete) rol in het beslissingsproces van een toerist om een land te bezoeken. Volgens een bron binnen de Nederlandse ambassade in Kenia wordt dit advies bepaald door de mate van onveiligheid in een regio en speelt het handelen van de overheid met betrekking tot deze onveilige situatie ook een cruciale rol. Sinds het Keniaanse leger eind 2011 Somalië is binnengetrokken en er de strijd is aangegaan met de terreurorganisatie al-Shabaab, hebben westerse landen hun adviezen gestaag aangescherpt. Schenkel (2015) legt uit dat Groot-Brittannië, de grootste leverancier van westerse toeristen, sinds maart reizen langs Kenia’s gehele kuststrook afraadt. Hoteleigenaren evenals mensen binnen de organisatie van touroperators vinden dat de reisadviezen te algemeen zijn en er te weinig onderscheid wordt gemaakt tussen locaties binnen Kenia. Volgens Fred Kaigua van Kenia’s organisatie van touroperators lijkt de boodschap nu dat heel Kenia onveilig is, maar na de aanslag op Charlie Hebdo ontraadde toch ook niemand reizen naar Frankrijk (Schenkel, 2015)? Een geïnterviewde hoteleigenaar legt in de volgende quote nog een belangrijk probleem uit: ‘Ik snap ook dat de Nederlandse regering het advies moet afgeven en dat mensen hiernaar luisteren, of ik het ermee eens ben is denk ik een heel ander verhaal. De kans dat jou iets overkomt op Lamu is denk ik zoveel kleiner dan waar dan ook in de wereld’ (de Jong, 2015). Toeristen moeten zich, door gebrek aan kennis van de lokale omstandigheden, wel beroepen op officiële instanties – die zo goed mogelijk risico’s in proberen te schatten, maar natuurlijk ook extreem voorzichtig zijn door de eventuele verantwoording als er wat gebeurt op een bestemming die zij als veilig hebben ingeschat.

Huidig reisadvies van de Nederlandse overheid voor Kenia
(rijksoverheid.nl/onderwerpen/reisadviezen/inhoud/kenia; geraadpleegd 2 september 2015)



De avondklok

Hoteleigenaren zijn niet alleen boos vanwege journalistieke tendentieuze berichtgeving en te algemene reisadviezen, ook de Keniaanse overheid moet het ontgelden. De negatieve reisadviezen zijn, zoals ik net al aangaf, ook gebaseerd op het handelen van de lokale overheid omtrent de onveilige situatie, en ook onder de Kenianen is het gevoel ontstaan dat de overheid inadequaat reageert op terreurdreiging. Er worden amper verdachten opgepakt na aanslagen, politie en leger zijn meestal veel te laat ter plaatse en vaak zijn er vooraf inlichtingen beschikbaar over mogelijke aanslagen maar wordt hier niets mee gedaan. In juni 2014 besloot de overheid na een serie aanslagen op het vasteland van de provincie Lamu om veiligheidsredenen een avondklok in de gehele regio in te stellen. Hoewel er op Lamu- eiland sinds de ontvoering in oktober 2011 nooit meer sprake is geweest van enige vorm van terreuractiviteiten, geldt de avondklok voor de gehele regio Lamu dus ook voor het eiland. En al beveiligt deze maatregel aan de ene kant mensen voor verdere aanslagen, aan de andere kant beschadigt hij de lokale toeristische economie als nooit tevoren. Dit komt doordat de avondklok ook automatisch zorgt voor de instandhouding van reiswaarschuwingen en verdere percepties van onveiligheid. Deze vicieuze cirkel zorgt nu al een jaar voor een bijna totale afwezigheid van toeristen op Lamu waardoor lokale inwoners nu letterlijk moeite hebben om eten op tafel te krijgen (De Jong, 2015).

Gebrek aan kennis van de lokale omstandigheden

De opkomst van terreur in Kenia is een nieuwe toevoeging aan, en tevens versterking van de gegeneraliseerde westerse (negatieve) hokjesdenkgeest, maar maak u niet ongerust. De wereld is schijnbaar veel te moeilijk om te begrijpen, want ook Max Weber, een van de grondleggers van de sociologie, moest concluderen dat generalisaties logisch zijn en nut hebben: ‘We make generalisations in order to make sense of the world’ (Raskoff, 2012). Een mens is altijd bezig met het afbakenen en versimpelen van de realiteit, simpelweg omdat het onmogelijk is om de volledige werkelijkheid om ons heen te begrijpen. Alles wat we denken te weten over de wereld om ons heen is dus een gefragmenteerde werkelijkheid. Veel westerse toeristen weten inmiddels dat Afrika een prachtige vakantiebestemming is, maar ook is duidelijk dat de hokjes armoede, corruptie en onveiligheid hier kunnen worden ingevuld. Wanneer mensen op vakantie gaan in Afrika moet de persoonlijke veiligheid dus absoluut gegarandeerd kunnen worden, enige dreiging van onveiligheid zal de vakantie doen verplaatsen. Sevil Sonmez (1998) spreekt zelfs van een grensoverschrijdend ‘generalisatie-effect’. Dit betekent dat wanneer er in een land terreurgeweld of terreurdreiging aanwezig is, sommige toeristen direct hele regio’s als riskant ervaren, waardoor het toerisme in veilige buurlanden ook daalt. De combinatie van terreur en het gebrek aan kennis van de lokale omstandigheden zorgt ervoor dat veel toeristen logischerwijs op dit moment niet meer zo snel naar Kenia op vakantie durven/willen gaan. Daarnaast zorgen algemene reisadviezen, op sensatie gerichte media en de avondklok op Lamu allemaal voor een versterking en instandhouding van een negatieve veiligheidsperceptie.

Als afsluiting wil ik toch positief blijven en de bestaande hokjes ten aanzien van Kenia wat rooskleuriger invullen. De avondklok op Lamu is alweer een aantal maanden geleden opgeheven en naar mijn mening en ervaring is reizen door dit land met in je backpack vooral een gezond verstand genoeg om een fantastische, veilige en nooit te vergeten safari (reis) mee te maken.

Noten en/of literatuur

De Jong, V. (2015). In de ban van terrorisme: Een analyse naar de rol van al-Shabaab’s terroristische activiteiten in de ontwikkeling van de toerismesector van Lamu, Kenia. Bachelorscriptie, Universiteit van Amsterdam.

Raskoff, S. (2012). Understanding geralizations and stereotypes. Everyday Sociologyblog, geraadpleegd op 28 juli 2015 via everydaysociologyblog.com.

Sonmez, S.F. (1998). ‘Tourism, terrorism, and political instability’. Annals of Tourism Research, Vol. 25, No. 2, pp. 416-456. Geraadpleegd op 2 oktober 2014, via sciencedirect.com.

Sonmez, S.F. & Graefe, A. R. (1998). ‘Influence of terrorism risk on foreign tourism decisions’. Annals of Tourism Research, Vol. 25, No. 1, pp. 112-144.

Schenkel, M. (2015). Keniaans toerisme zucht onder negatief reisadvies. Financieel dagblad, 4 mei 2015.

Vince de Jong

 

Vince de Jong heeft onlangs de bachelor Algemene Sociale Wetenschappen afgerond, waarbij hij zich vooral heeft toegespitst tot de sociologische discipline. Binnen de master Sociologie gaat zijn bijzondere aandacht uit naar Urban Sociology, gericht op de verstedelijking van de samenleving.

One thought on “Waarom we niet meer naar Kenia op vakantie gaan”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *