De juridische kant van sporten

It’s all in the game

De juridische kant van sporten

It’s all in the game

Ik heb vele associaties als ik denk aan sporten en ik merk dat mijn associaties aan verandering onderhevig zijn. Daar waar ik vroeger zou denken aan tennissen, voetballen en turnen, denk ik tegenwoordig aan sport- en spelsituaties, gevaarlijke gedragingen en een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel. Wat een rechtenstudie zoal met je doet …

Door middel van dit schrijven wil ik u meenemen naar de wereld van het recht; het aansprakelijkheidsrecht om precies te zijn. Dat het aansprakelijkheidsrecht complex is, is evident. Daarom zal ik slechts een tipje van de aansprakelijkheidssluier voor u oplichten. Na een korte uitleg over het aansprakelijkheidsrecht wil ik het recht in een sport- en spelsituatie beschrijven. Dit zal ik doen door middel van enkele voorbeelden ter verduidelijking.

Wat is aansprakelijkheid?

‘Ieder draagt zijn of haar eigen schade, tenzij.’ Dit is het uitgangspunt van het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht dat ons van regels verschaft om schade op een ander te kunnen verhalen. Maar wat is het aansprakelijkheidsrecht nu eigenlijk precies?

Aansprakelijkheid is een begrip uit het burgerlijk recht. Het burgerlijk recht regelt de verhouding tussen burgers onderling. Wanneer iemand aansprakelijk wordt gesteld, moet hij of zij accepteren dat er verhaal wordt gehaald op diens vermogen, ook als diegene de verbintenis niet tot stand heeft gebracht. Met andere woorden: de aansprakelijk gestelde is verplicht de schade die is ontstaan te vergoeden, ook als hij of zij de schade niet zelf heeft veroorzaakt. Het primaire doel van het aansprakelijkheidsrecht is herstel van de geleden schade. Schade kan materiële schade of immateriële schade (beter bekend als smartengeld) zijn. Degene die schade lijdt moet zoveel mogelijk in een positie worden gebracht als wanneer de schade niet zou zijn ingetreden. Het Nederlands recht kent, kortgezegd, drie bronnen van aansprakelijkheid:

1. Contractuele aansprakelijkheid: aansprakelijkheid die voortvloeit wanneer een overeenkomst – die van tevoren is vastgesteld in een contract – niet wordt nagekomen;
2. Aansprakelijkheid op grond van de wet: het eigen verwijtbare handelen of nalaten waardoor schade ontstaat (een onrechtmatige daad);
3. Aansprakelijkheid uit rechtmatige daad: wanneer bepaalde daden volgens de wet wel een verplichting tot schadevergoeding kunnen doen ontstaan, maar niet gerekend kunnen worden tot de onrechtmatige daad.

Wat is een sport- en spelsituatie?

In het aansprakelijkheidsrecht neemt de complexiteit van de sport- en spelsituatie een bijzondere positie in. In een sport- en spelsituatie geldt een verhoogde drempel voor aansprakelijkheid, wat inhoudt dat onrechtmatige gedragingen in een dergelijke situatie minder snel tot een onrechtmatige daad zullen leiden, dan buiten een sport- en spelsituatie. Dat heeft mede te maken met de risico’s die gepaard gaan met de sport of het spel. Bepaalde gedragingen, zoals natrappen, worden in een sport- en spelsituatie niet snel als onrechtmatig aangemerkt. Die gedragingen kunnen immers ‘part of the game’ zijn.

Wanneer er precies sprake is van een sport- en spelsituatie is lastig aan te geven. Allereerst moeten de concrete omstandigheden van het geval in ogenschouw worden genomen. Deze omstandigheden bestaan onder meer uit:

– de aard van de activiteit;
– het tijdsbestek;
– de plaats waar het zich heeft afgespeeld, en;
– op welke manier partijen zijn betrokken.

Tennisbal-arrest (sport- en spelsituatie, geen aansprakelijkheid)

Ik schets voor u de volgende casus: nadat de spelers van een tennisgame de game hebben voltooid, volgt een korte pauze. Speler I speelt de ballen alvast naar speler II, die na de pauze mag serveren. Eén van die ballen, onhandig aangespeeld door speler I, komt met een forse snelheid in het oog van speler II. Speler II loopt hierdoor oogletsel op. Heeft speler I onzorgvuldig gehandeld en heeft hij derhalve een onrechtmatige daad jegens speler II gepleegd, waardoor hij verplicht is om de schade die is ontstaan te vergoeden?

De Hoge Raad behandelde het tennisbal-arrest (HR 19 oktober 1990, NJ 1992, 621) in 1990 en beschrijft, vrij vertaald, het volgende: het enkele feit dat een gedraging wegens een ongelukkige samenloop van omstandigheden voor letsel bij een andere deelnemer zorgt, betekent niet automatisch dat dit gedrag als onzorgvuldig kan worden bestempeld. In een sport- en spelsituatie is derhalve sprake van een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel. Een spelsituatie lokt namelijk bepaalde gedragingen uit waarmee men rekening dient te houden. Deelnemers aan een sport of spel moeten tot op zekere hoogte gevaarlijke, slecht gecoördineerde, verkeerd getimede of onvoldoende doordachte gedragingen van elkaar verwachten. Gedragingen die buiten de spelsituatie als onvoorzichtig en onrechtmatig (kunnen) worden bestempeld, hoeven dit binnen de spelsituatie dus niet te zijn.

Het hiervoor beschreven arrest betrof een handeling in de geest van het spel, namelijk een bal naar elkaar aanspelen en daarbij proberen om zoveel mogelijk punten te scoren. Dat de bal, hoe ongelukkig dan ook, terechtkwam in het oog van speler II is ‘all in the game.

Natrap-arrest (sport- en spelsituatie, wel aansprakelijkheid)

Voor het tweede voorbeeld wil ik u vragen na te denken over de spelregels. Hoe zit dat wanneer er wel sprake is van bepaalde handelingen, die niet in de geest zijn van het spel, zoals bijvoorbeeld een overtreding? Overtredingen horen immers ook bij een spel toch? Met andere woorden: hoeveel waarde wordt er gehecht aan spelregels? Graag schets ik voor u het volgende voorbeeld: tijdens een wedstrijd tussen Achilles 94 en Drachten 2 in 1984 schopt D (Achilles 94) H (Drachten) op een moment dat H niet meer in het bezit is van de bal. Dit is een klassiek geval van natrappen (HR 28 juni 1991, NJ 1992, 622). H loopt hierbij knieletsel op. Is er sprake van onzorgvuldig handelen van D waardoor hij een onrechtmatige daad jegens H pleegt en derhalve verplicht is om de schade die voortvloeit uit zijn handeling te vergoeden? De Hoge Raad oordeelt in dit geval dat er wel sprake is van een onrechtmatige daad. Wanneer er sprake is van abnormaal gevaarlijk gedrag of wanneer deelnemers van een sport- en spelsituatie een bepaalde gedraging niet hoeven te verwachten, maar deze gedraging weldegelijk plaatsvindt, wordt een onrechtmatige daad eerder aangenomen. In dit geval hoefde H het natrappen niet te verwachten en heeft D abnormaal gevaarlijk gedrag vertoond door H te na te trappen

Midgetgolf-arrest (sport- en spelsituatie, geen aansprakelijkheid)

Tot dusver weten we dat er bepaalde gedragingen zijn bij sport- en spel waar deelnemers rekening mee moeten houden, voordat er sprake kan zijn van een onrechtmatige daad. Wel wordt onrechtmatigheid eerder aangenomen wanneer deelnemers onverwachte handelingen verrichten of gevaarlijk gedrag vertonen. Hoe zit het wanneer men uit een sport- en spelsituatie is gestapt? Is het altijd noodzakelijk dat men actief deelneemt aan het spel, voor een sport- en spelsituatie? Ik schets voor u de volgende situatie: zondagmiddag 2 augustus 1998, een groep vrienden op een midgetgolfbaan (HR 20 februari 2004, NJ 2004). De vrienden hebben zich in groepen verdeeld. In casu gaat het om speler S en speler J. Op zeker moment is S klaar met het spelen bij een bepaalde baan en loopt naar de volgende baan waar J net wil beginnen met haar slag. S staat schuin links achter J en ziet hoe de golfstick tot ongeveer haar rechterheup naar achteren uitzwaait en kijkt hoe J het balletje vervolgens raakt dat over de baan rolt waarna hij een stekende pijn in zijn oog voelt. Later hoort hij dat het uiteinde van de golfstick van J tegen zijn oog was gekomen. S raakt hierbij zijn linkeroog kwijt. Is er sprake van onzorgvuldig handelen van J waardoor een onrechtmatige daad jegens S wordt gepleegd? Is J dan verplicht om de schade die is ontstaan te vergoeden?

De Hoge Raad oordeelt dat het niet is vereist dat ten tijde van het ongeval de deelnemer die letsel heeft opgelopen zelf handelingen verrichtte die kenmerkend zijn voor de beoefening van die sport. Met andere woorden: het enkele feit dat S in afwachting van zijn beurt toekeek betekent niet dat hij geen deelnemer aan het spel zou zijn. Er is dus sprake van een spelsituatie. Binnen die spelsituatie kan de gedraging van J niet als grote onzorgvuldigheid worden aangemerkt, waardoor geen sprake is van onrechtmatigheid. Het ongeval wordt aangemerkt als een ongelukkige samenloop van omstandigheden en de geleden schade wordt niet vergoed.

Conclusie

Om te spreken van onzorgvuldig gedrag en derhalve een onrechtmatige daad in een sport- en spelsituatie moet er sprake zijn van bepaalde gedragingen. Deze gedragingen kunnen buiten de spelsituatie als onvoorzichtig en daarom als onrechtmatig worden aangemerkt. Binnen een spelsituatie is dat niet per se het geval, aangezien een sport- spelsituatie bepaalde gedragingen uitlokt waar men redelijkerwijs rekening mee dient te houden. Wanneer een van deze gedragingen wegens een ongelukkige samenloop van omstandigheden voor letsel bij een ander zorgt, betekent dit niet automatisch dat deze gedraging als onzorgvuldig kan worden aangemerkt. Deelnemers moeten tot op zekere hoogte bedacht zijn op gevaarlijk gedrag. Overtredingen tijdens een sport- en spelsituatie waarbij gevaarlijke handelingen worden verricht en/of onvoorzien gedrag plaatsvindt, zorgen voor onrechtmatig handelen. Niet vereist is dat ten tijde van het ongeval de betrokkenen rechtstreeks met elkaar aan het wedijveren zijn, noch dat het slachtoffer ten tijde van het ongeval ook zelf handelingen verrichtte die karakteristiek zijn voor de beoefening van die sport of dat spel. Enkel het overtreden van de spelregels is niet onrechtmatig. De mate van de overtreding is wel een factor die meeweegt bij de beoordeling van onrechtmatigheid.

Deelname aan sport- en spelactiviteiten brengt naast vertier ook enkele risico’s met zich mee. De kans op een ongeluk tijdens sporten is aanwezig en daarom is het met sporten niet altijd even makkelijk om de ontstane schade op een ander te verhalen. Ondanks het feit dat mijn visie met betrekking tot sporten een flinke wending heeft genomen sinds ik begonnen ben aan mijn rechtenstudie, leert de ervaring gelukkig dat in de meeste sport- en spelsituaties sportiviteit en plezier de boventoon voeren. Ik hoop dat ik u met het bovenstaande beschreven een ander perspectief heb geboden van het begrip sport en spel.

Sadaf Edalat

 

Sadaf Edalat studeerde Gezondheidswetenschappen en Nederlands Recht aan de Universiteit van Maastricht. Haar affiniteit voor de gezondheid heeft haar doen besluiten om zich te specialiseren in het gezondheidsrecht. Momenteel zit zij in de afsluitende fase van haar master Gezondheidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam. Na haar studie zou zij zich graag willen bezighouden met medische aansprakelijkheid.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *