Houd je aandacht erbij!

Het verband tussen vermoeidheid en aandacht

Houd je aandacht erbij!

Het verband tussen vermoeidheid en aandacht

Iedereen voelt zich wel eens moe. Meestal komt vermoeidheid bij gezonde mensen door de dagelijkse activiteiten, slaapgebrek of een ritmeverstoring. Deze vermoeidheid gaat vaak gepaard met verminderde aandacht. Er zijn ook mensen die een neurologische ziekte of stoornis hebben, waarvan één symptoom verminderde aandacht is. De meeste van deze ziekten of stoornissen hebben als kenmerk dat er een verstoord slaappatroon is, denk bijvoorbeeld aan het chronisch vermoeidheidssyndroom(CVS). Patienten met CVS hebben last van onverklaarbare aanhoudende of steeds terugkerende vermoeidheid, wat vaak leidt tot verminderde aandacht.


Wanneer je moe bent, wordt het steeds moeilijker om de kracht in de spieren aan te kunnen houden. Het uithoudingsvermogen is verminderd. Echter, vermoeidheid veroorzaakt niet alleen lichamelijke symptomen: ook mentale activiteiten als aandacht worden steeds moeilijker uit te voeren. Maar waarom vermindert aandacht als je moe bent? Om dat uit te leggen zal ik in dit artikel eerst ingaan op hoe de begrippen ‘vermoeidheid’ en ‘aandacht’ gebruikt kunnen worden, om vervolgens dieper in te gaan op aandachtsstoornissen.

Vermoeidheid

Wanneer je moe bent, is er sprake van een gebrek aan energie. Hierdoor kan je lichaam de kracht niet meer opbrengen om lichamelijke en cognitieve handelingen uit te voeren. De prestaties verminderen dus omdat er niet voldoende energie meer is. Vermoeidheid is een term die in verschillende vakgebieden anders geïnterpreteerd wordt. In het algemeen wordt de term vermoeidheid gebruikt voor de subjectieve ervaring van een individu, die voelt dat een handeling niet adequaat verricht kan worden. In gedragsstudies wordt vermoeidheid gebruikt om de verminderde staat van handelingsvermogen te beschrijven, die optreedt bij een handeling van langere duur. In de neurologie wordt vermoeidheid aangeduid als neuromusculaire vermoeidheid. Hierbij zijn de spieren niet meer in staat een handeling uit te voeren wanneer vermoeidheid optreedt. Het verschil tussen hoe vermoeidheid bij gedragsstudies gebruikt wordt in tegenstelling tot bij de neurologie is dus dat bij de gedragstudies het om een vermindering van handelen gaat en bij de neurologie om het niet meer in staat zijn te handelen.

Vermoeidheid in het geval van aandachtsvermindering is cognitief, een ander soort vermoeidheid dan vermoeidheid van de spieren. Deze vorm van vermoeidheid heeft ook andere oorzaken dan beweging. Bij cognitieve vermoeidheid gaat het namelijk vooral om energie die je ongemerkt verbruikt, zoals bij nadenken en stress. Op een gegeven moment is er niet meer voldoende energie om de prefrontale cortex optimaal te laten functioneren, het gebied in de hersenen waar aandacht voornamelijk geregeld wordt. Dit leidt ertoe dat de werking van de prefrontale cortex vermindert en eveneens de aandacht.

Aandacht

Aandacht is een cognitieve handeling. Wanneer er iets in onze omgeving gebeurt, zal veel informatie tegelijk onze hersenen binnenkomen. Het gaat dan om waarnemingen, gevoelens, beelden, herinneringen, etc. Dankzij aandacht zijn we in staat om alle ervaringen los van elkaar te kunnen zien. We kunnen ze van elkaar scheiden, zodat het geheel niet één chaos van informatie wordt. We kunnen bijvoorbeeld tegelijkertijd autorijden, mobiel telefoneren en make-up op doen. Ook maakt aandacht het mogelijk om taken doelgericht en nauwkeurig uit te kunnen voeren. Het geeft ons het vermogen om niet afgeleid te raken en zo ons gedrag en handelen te beheersen, eventueel gedurende een langere periode. Aandacht verhoogt de snelheid waarmee we beslissingen nemen of hoe snel we reageren in een onverwachte situatie. Dat is onder andere de reden waarom vermoeide chauffeurs een gevaar zijn in het verkeer. Door vermoeidheid is de aandacht verminderd en dus ook de reactiesnelheid.

Er zijn verschillende soorten aandacht te onderscheiden in de psychologie. 
De drie belangrijkste zijn selective attention, sustained attention en attentional control. Door selective attention kunnen we belangrijke informatie van onbelangrijke scheiden. Zelfs onbewust scheiden we informatie. De aandacht is dan gericht op gebeurtenissen die op dat moment te maken hebben met hetgeen waar je mee bezig bent. De gebeurtenissen hebben te maken met je ‘omgeving’. Zonder selective attention zou er een chaos aan informatie in de hersenen ontstaan, waardoor het functioneren wordt verstoord. Wanneer er voor handelingen of gedrag gedurende langere tijd aandacht is vereist, spreek je van sustained attention. Vaak is er veel meer nauwkeurigheid bij geboden, omdat je minder gemotiveerd, verveeld en vermoeid kan raken, waardoor er meer energie verbruikt moet worden om toch de aandacht vast te kunnen houden. Attentional control maakt het mogelijk om tijdens een handeling of gedrag onze aandacht op een andere gebeurtenis kunnen richten, om na deze gebeurtenis het gedrag of de handeling weer te hervatten met dezelfde aandacht.

Dankzij aandacht zijn we dus bijvoorbeeld in staat met elkaar te communiceren, doordat we woorden in de goede volgorde kunnen zetten om een juiste zin te maken en kunnen luisteren naar anderen. Ook geeft aandacht ons de mogelijkheid te organiseren, doordat we de belangrijke informatie van de onbelangrijke kunnen scheiden en zo orde kunnen creëren. 

Aandachtsstoornissen

Bij je voorhoofd, dus voor in de hersenen, zit de prefrontale cortex. Dat is het gebied waar aandacht voornamelijk geregeld wordt. Op het moment dat er te weinig energie is, kan de prefrontale cortex niet goed functioneren. Het gevolg hiervan is dat je aandacht niet meer goed geregeld kan worden. De aandacht vermindert. Sommige mensen zeggen op dat moment ook wel: “Ik kan niet meer nadenken”. 

Er zijn mensen waarbij als gevolg van een stoornis de prefrontale cortex niet langer goed functioneert. Patiënten met zo’n stoornis hebben ook als symptoom verminderde aandacht. Een goed voorbeeld is het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS). Patienten met CVS hebben last van onverklaarbare aanhoudende of steeds terugkerende vermoeidheid. Er is echter wel discussie of deze stoornis psychisch of fysisch is. Patienten zullen zeggen dat CVS fysisch is, omdat zij natuurlijk niet een ‘ziekte’ willen hebben die tussen de oren zit. Volgens psychologen en psychiaters is het een psychische stoornis. Het voornaamste argument hiervoor is dat cognitieve gedragstherapie ter behandeling van CVS blijkt te werken. Bij deze therapie worden mensen met CVS geleerd hun activiteitenpatroon te normaliseren. Zodra deze mensen zich goed voelen, gaan ze namelijk heel veel doen waardoor ze enorm vermoeid raken, net als gezonde mensen. Alleen denken mensen met CVS dat ze zo moe zijn door hun ziekte. Ze kunnen hun energie dus niet goed verdelen en met aandacht werkt het in principe hetzelfde. Ze richten hun aandacht op heel veel dingen, behalve op datgene wat daadwerkelijk belangrijk is. Zo putten ze zich dus weer uit, waardoor er geen energie meer is om aandacht te hebben. Ze hebben eigenlijk dus een voortdurend gebrek aan energie. De prefrontale cortex kan daardoor niet goed functioneren, hetgeen leidt tot verminderde aandacht.

Onlangs is uit een onderzoek gebleken dat er bij CVS sprake is van een afwijking in de hersenen. Wetenschappers van het universitair medisch centrum St. Radboud en het F.C. Donders Centrum publiceerden hierover in het het vaktijdschrift NeuroImage dat in week 32 (van 2005) verscheen. Dit betekent dat CVS als ziekte erkend zou moeten worden. Ondanks het wetenschappelijke bewijs staat de erkenning van CVS als officiële ziekte nog steeds ter discussie.

De gevolgen van verminderde aandacht op het dagelijks leven moeten zeker niet worden onderschat. Denk bijvoorbeeld maar eens aan deelname aan het verkeer. Veel ongelukken gebeuren omdat mensen moe uit het werk komen. De aandacht is verminderd en daardoor eveneens de reactiesnelheid. Bij mensen met een aandachtsstoornis liggen de gevolgen meer op het sociale vlak. Dat komt doordat verminderde aandacht vrijwel altijd aanwezig is en de gevolgen daarvan dus ook. Zo zijn ze minder betrokken bij gebeurtenissen of kunnen problemen hebben met hun geheugen. Voor andere mensen kan het moeilijk zijn daarmee om te gaan. Het kan de interpersoonlijke contacten dus in de weg staan. Bij kinderen kan het de schoolprestaties verslechteren.

Het is lastig om een aandachtsstoornis te diagnosticeren. Met de huidige technieken kunnen we nog niet ‘echt’ goed in de hersenen doordringen. Dat maakt het moeilijk om het defect in de hersenen op te sporen, wat tot het probleem leidt dat het onderscheiden van de verschillende cognitieve functies moeilijker wordt. Cognitieve functies zijn de bouwstenen van het denkproces. Je onderscheidt deze door middel van psychologische tests. Het gaat dan om tests die gevoelig zijn voor aandacht. Gemeten wordt hoe het met de aandacht van een patiënt is gesteld. Tests die gevoelig zijn voor aandacht zijn bijvoorbeeld de Strooptest en the trail making test. Bij de Strooptest staan er op kaarten woorden in verschillende kleuren en de woorden betekenen kleuren, zoals blauw. De patient moet dan of het woord benoemen of de kleur van het woord. De trail making test bestaat uit een papier met daarop afgebeeld nummers. De patient moet een lijn trekken tussen de nummers in de juiste volgorde. Een andere versie van deze test is een papier met daarop nummers en letters. De lijn moet dan van 1 naar a, van 2 naar b enz.

Op het moment dat je aandacht is verminderd, zul je bij deze tests eerder fouten maken dan wanneer je je volledige aandacht erbij hebt. Dus hoe beter je scoort, hoe beter je aandacht is. Hoe eerder je een fout maakt, hoe minder aandacht je bij de test hebt. 

Conclusie

Er is dus één oplossing voor de momenten waarvan je weet dat je je volledige aandacht nodig hebt: zorg dat je uitgerust bent! Vermindering van aandacht heeft namelijk te maken met een gebrek aan noodzakelijke energie. Wanneer er niet voldoende energie is om cognitieve handelingen te verrichten, spreken we van vermoeidheid. Aandacht is een cognitieve activiteit, die voornamelijk geregeld wordt door de prefrontale cortex. Als de prefrontale cortex niet goed kan functioneren vanwege een energietekort zal er dus een verminderde aandacht zijn. Zowel bij gezonde mensen als bij mensen met een stoornis is een energietekort de oorzaak. Enkel bij mensen met een stoornis komt aandachtsvermindering vaker voor, omdat zij door hun stoornis hun energie niet goed kunnen verdelen en dus vrijwel constant te weinig energie hebben om goed te kunnen functioneren. Dit heeft eveneens gevolgen voor het dagelijks leven van mensen met een stoornis.

Omdat we weten waar de aandacht geregeld wordt in de hersenen kunnen mensen met een stoornis, waar verminderde aandacht een symptoom van is, sneller en effectiever geholpen worden. Toch blijft het moeilijk om aandachtsstoornissen te diagnosticeren, simpelweg omdat we nog niet de mogelijkheid hebben om echt goed in de hersenen te kunnen doordringen. Het is dus zaak voor de toekomst een techniek te onwikkelen die ons volledig inzicht geeft in de hersenen. Zo kunnen buiten aandachtsstoornissen, neurologische ziektenprocessen veel gunstiger worden beïnvloed dan tot nu toe mogelijk is. Zowel de wetenschap als de patiënten zullen erbij gebaat zijn als het inzicht in de hersenen en de verschillende structuren verduidelijkt wordt.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *