It’s the water, stupid!

It’s the water, stupid!

We staan er te weinig bij stil: water is essentieel voor leven en dus ook voor de mens. Zonder water kan er geen leven bestaan. Voor de mens draait (vrijwel) alles om zoet water. Zoet water is daarnaast een belangrijke factor in armoede, voedselschaarste, ziektes, economische ontwikkeling en tevens geopolitieke conflicten. Het grote probleem is alleen dat de voorraad van bruikbaar zoet water in de wereld ernstig wordt bedreigd. Vergeet de kredietcrisis, de oliecrisis, de voedselcrisis en zelfs de klimaatcrisis: it’s the water, stupid! Dit artikel gaat over water en waarom er direct meer aandacht aan geschonken dient te worden. Allereerst wordt een uitleg gegeven over waterverbruik, daarna worden voorbeelden gegeven van bedreigingen voor de watervoorraad in Nederland en in de rest van de wereld.

Waterverbruik

Circa 70 % van het aardoppervlak bestaat uit water. Het meeste is zout, slechts een klein deel is zoet (zie figuur 1). Momenteel is van al het water slechts 1 % toegankelijk voor gebruik en dit percentage wordt als gevolg van menselijk handelen steeds kleiner. Dit is een probleem aangezien de wereldbevolking en welvaart toenemen, waardoor de vraag naar water alleen maar groter wordt. De voorraden van bruikbaar water komen dus steeds meer onder druk te staan.


Figuur 1. Verdeling van het water op Aarde.

Maar hoeveel water gebruiken we nu eigenlijk? Een Nederlander gebruikt gemiddeld 130 liter per dag. Hiervan wordt 50 liter aan douchen besteed, 30 liter aan het toilet doorspoelen, 15,5 liter aan de wasmachine en de rest is verdeeld over het bad, de voedselvoorbereiding, de afwasmachine, water drinken en overige zaken. Gebruiken we in Nederland dan veel water? Dat valt relatief gezien mee. Ter vergelijking: in de VS gebruikt men meer dan 550 liter per persoon per dag!

Naast het dagelijks gebruik is water ook nodig in onze voedselvoorziening (landbouw, veeteelt) en in de industrie. Vanwege onze dagelijkse behoeften gebruiken we dus eigenlijk nog meer water dan alleen voor het douchen, wassen en doorspoelen van een toilet. Hiervoor is de term ‘virtueel water’ bedacht, een begrip dat nader is uitgewerkt door de Nederlandse professor Arjen Hoekstra (Universiteit Twente). Virtueel water geeft aan hoeveel water er direct en indirect gebruikt wordt. Onder indirect waterverbruik wordt het water verstaan dat benodigd is voor het productieproces. Zo is er voor een kop koffie in totaal ongeveer 140 liter water nodig en voor een kilo rundvlees zelfs 16.000 liter!

Indien dit virtueel waterverbruik wordt meegenomen, gebruikt een Nederlander veel meer water per dag, namelijk 3300 liter per persoon per dag! Hiervan komt 80 % uit het buitenland. Niet in letterlijke zin dus, maar in de vorm van bijvoorbeeld een hamburger, een pak papier of een leren jas. In de VS is het virtueel waterverbruik 6800 liter per persoon per dag, waarvan circa 18 % wordt geïmporteerd.

Om misverstanden te voorkomen is het belangrijk op te merken dat het water na verbruik niet ‘weg’ is, zoals bij bijvoorbeeld benzine het geval is. Het water komt na verbruik terug in het watersysteem (bijvoorbeeld in een rivier). De kwaliteit van het water dat terugkeert in het watersysteem is echter meestal slechter dan voordat het water verbruikt werd. Daarnaast wordt op tal van plaatsen in de wereld het water sneller vanuit de grond, rivieren en meren opgepompt en afgetapt dan het via natuurlijke processen aangevuld wordt. Hierdoor vermindert de voorraad bruikbaar zoet water.

Zoetwatervoorraad in Nederland

Hoe ziet de situatie er in Nederland uit? In Nederland is weliswaar heel veel water aanwezig, maar toch staat ook hier de voorraad bruikbaar zoet water onder druk. Naast het feit dat nu al negen van de tien wateren in zeer slechte ecologische staat verkeren, krijgen we in toenemende mate te maken met verzilting, lage waterstanden in de Rijn en zelfs met droogte.

Om met het ecologische aspect te beginnen: de wateren die in een slechte ecologische staat verkeren zijn zeer troebel, bevatten weinig zuurstof en bevatten veel algen. In enkele gevallen zijn wateren hierdoor zelfs te gevaarlijk om in te zwemmen (voornamelijk in de zomer). De slechte staat van de wateren is mede het gevolg van jarenlange ongehinderde lozingen op het oppervlaktewater. Het gaat hierbij om lozingen vanuit de industrie, huishoudens (riolering) en de landbouw. Om verdere verslechtering tegen te gaan, heeft de Europese Unie enkele jaren geleden voor heel Europa richtlijnen opgesteld omtrent de waterkwaliteit. Nederland dient de meeste wateren weer in ecologisch goede staat te krijgen. Deze uitdaging is buitengewoon groot en het is de vraag of aan de richtlijnen voldaan kan worden. Zodra een waterlichaam namelijk in een ecologisch slechte staat verkeert, vergt het enorm veel inspanning om het weer in een goede staat te krijgen. De vervuiling van het water is namelijk ook in de waterbodem terecht gekomen. Ook al worden verdere lozingen beperkt, dan nog heerst er een na-ijleffect vanuit de bodem, waardoor de waterkwaliteit wordt aangetast. Het saneren van waterbodems is enorm duur en is maar zelden een haalbare oplossing. Het beste wat we eraan kunnen doen is de belasting op het watersysteem verminderen en kwalitatief beter water grbruiken om de watersystemen door te spoelen. Dit vereist een inspanning vanuit de industrie, landbouw en huishoudens. Om de belasting vanuit huishoudens te verminderen kunnen oplossingen worden toegepast als waterbesparende toiletten en douchekoppen.

De voorraad kwalitatief goed zoet water wordt verder onder druk gezet door het verzilten (het zouter worden) van de ondergrond in voornamelijk West-Nederland. Verzilting vindt plaats doordat bijvoorbeeld de zeespiegel stijgt en het land verzakt. De verzilting heeft negatieve gevolgen voor planten en tast hierdoor de natuurgebieden, landbouw, bollenteelt en het stedelijk groen aan. De zoetwaterlens in de duinen speelt een belangrijke rol in het tegengaan van de verzilting. In de duinen is relatief veel zoet water opgeslagen. Een grote zoetwaterlens in de duinen draagt bij aan het voorkomen van de verzilting van het achterland, omdat hij een soort ‘dijk’ vormt tegen zout water. Het is daarom belangrijk dat deze in stand blijft of zelfs wordt vergroot. Het verbreden van de kustlijn, zoals is voorgesteld door de commissie Veerman, is daarom niet zo’n slecht idee. Niet alleen voor een veiligere kust, maar ook voor het creëren van een grotere zoetwaterlens. Helaas is het ‘maken van een grotere zoetwaterlens’ niet een kwestie van vandaag bestellen en morgen hebben. Daar gaan tientallen jaren overheen.

Verwant aan het onderwerp ‘verzilten’ is de afvoer van de Rijn. Momenteel worden tal van maatregelen getroffen om de kans op overstromingen vanuit de Rijn te verkleinen. Er zullen echter steeds vaker lage afvoeren in de Rijn voorkomen. Zo laag zelfs dat het de scheepvaart op de rivier ernstig zal belemmeren. Dit schaadt direct de economie. Daarnaast kan ten tijde van lage afvoeren het zeewater het land dieper binnendringen. Hierdoor wordt de mogelijkheid om polders door te spoelen (belangrijk voor de kwaliteit van het polderwater) en het gebruiken van het water in koeltorens (belangrijk voor industriële processen) beperkt. Het doorspoelen met en gebruiken van zout water is niet wenselijk.

Tot slot krijgen we zelfs in Nederland te maken met langere perioden van droogte. Het hoogveen, oftewel de veengebieden in ‘hoog Nederland’, verdwijnt, de kans op bosbranden neemt toe en het ecosysteem als geheel verandert. Vanwege de droogte moeten grondwateronttrekkingen waarschijnlijk worden verminderd of zelfs tijdelijk gestopt worden. Dit heeft gevolgen voor de landbouw en industrie, want zij worden beperkt in de mogelijkheden voor beregening en procesvoering.

Zoetwatervoorraad in de rest van de wereld

De bedreigingen voor de voorraad kwalitatief goed zoet water in Nederland zijn verwaarloosbaar in vergelijking met de bedreigingen in de rest van de wereld (zie bijvoorbeeld http://www.wired.com/science/planetearth/magazine/16-05/ff_peakwater). In de rest van de wereld spelen onder meer de volgende thema’s:
– veilig en voldoende drinkwater en toegang tot sanitatie;
– droogte, overstromingen en vervuiling;
– internationale samenwerking en afspraken.

Veilig en voldoende drinkwater en toegang tot sanitatie

Toegang tot veilig en voldoende drinkwater en sanitatie is essentieel voor de gezondheid van de mens. In het begin van deze eeuw hadden circa 1,1 miljard mensen op aarde geen toegang tot veilig en voldoende water (onder voldoende water wordt circa 20 liter per persoon per dag verstaan) en hadden circa 2,6 miljard mensen geen toegang tot de meest basale sanitatie. Door de versnelde urbanisatie (in 2050 leeft ruim 67 % van de wereldbevolking in een stedelijk gebied) neemt het aantal personen zonder toegang tot sanitatie verder toe. Met het ontbreken van sanitatie komt het afvalwater in de rivieren en in het grondwater terecht, waardoor de bronnen voor drinkwater worden vervuild en ziektes (zoals diarree) kunnen ontstaan. Als gevolg hiervan sterven er dagelijks zo’n 5000 kinderen. Toegang tot veilig drinkwater en sanitatie is daarnaast absoluut noodzakelijk voor verdere ontwikkeling van een land. Gebieden waar het hieraan ontbreekt zullen achterblijven ten opzichte van andere gebieden, waardoor economische tegenstellingen in de wereld worden vergroot. Het Millennium Ontwikkelingsdoel voor drinkwater en sanitatie streeft ernaar om voor 2015 het aantal mensen zonder toegang tot veilig drinkwater en de meest basale sanitatie gehalveerd te hebben. Hoewel men op het gebied van drinkwater goed op weg is, dreigt het doel voor sanitatie niet behaald te worden. Op dit gebied dienen grotere stappen gezet te worden.

Droogte, overstromingen en vervuiling

De toegang tot veilig en voldoende drinkwater wordt beperkt in tijden van droogten en overstromingen en door verdergaande vervuiling van het water. De langdurige droogten en frequente overstromingen worden veelal aan de klimaatverandering toegeschreven, maar zijn ook direct het gevolg van overvloedig watergebruik (slecht watermanagement) en landgebruik. De vervuiling van het water is volledig toe te schrijven aan de mens. Hieronder worden deze drie problemen kort besproken.

Droogte kan niet volledig worden toegeschreven aan klimaatverandering: de mens is in veel gevallen zelf de oorzaak. Als gevolg van het waterverbruik voor landbouw, industrie en huishoudens dalen grondwaterstanden en verdwijnen de komende eeuw vele rivieren en meren in de wereld. Grondwater is een van de belangrijkste bronnen voor drinkwater en het bepaalt veelal de basisafvoer van rivieren. Rivieren en meren zijn tevens belangrijke bronnen voor water en daarnaast reduceren ze overstromingschade, zorgen ze voor een microklimaat en vullen ze het grondwater aan. Ze zijn ook uitermate belangrijk voor de voedselvoorziening en biodiversiteit.

Droogte is de westerse wereld niet vreemd. Hoewel het Tsjaadmeer (Afrika) en het Aralmeer (Centraal-Azië) de bekendste voorbeelden zijn van meren die verdwijnen, was het Mono Lake bij Los Angeles ook bijna verdwenen. In het zuiden van de VS vallen als gevolg van dalende grondwaterstanden vele rivieren ‘s zomers droog.

In kustgebieden speelt een ander probleem. Als gevolg van grondwateronttrekkingen uit die gebieden kan het zoute grondwater het land dieper binnendringen, waardoor drinkwaterbronnen zout en onbruikbaar worden. Dit is een groot probleem, aangezien momenteel circa 60 % van de wereldbevolking in kustgebieden woont en dit aantal in 2025 naar verwachting naar 75 % stijgt. Deze gebieden kunnen niet langer gebruik maken van het grondwater en zijn aangewezen op rivieren en nabij gelegen meren, of moeten het water van ver halen. Het valt te bezien hoelang die voorraden mee kunnen gaan: een duurzame oplossing is het bepaald niet. Het is belangrijker om het waterverbruik drastisch te verminderen, het water zoveel mogelijk te hergebruiken en daarnaast slimmer met landgebruik om te gaan. Een methode die het laatstgenoemde doel dient is het toepassen van ‘rainharvesting’-technieken. Door regenwater af te vangen en vast te houden kan het grondwater worden aangevuld en wordt verdroging en verzilting voorkomen.

Behalve het veroorzaken van droogte kan de mens op tal van plaatsen in de wereld de toename van overstromingen worden verweten. Als gevolg van verkeerd landgebruik komen overstromingen vaker en heviger voor. Om een voorbeeld hiervan te geven wil ik het hebben over ontbossing (ook in verband met het opwarmen van de aarde een hot item). Door de toename van de wereldbevolking en de gestaag meegroeiende vraag naar voedsel neemt de vraag naar landbouwgronden toe. Met name tropische regenwouden moeten het ontgelden. Grootschalige ontbossing vindt plaats ten faveure van landbouw- en weidegronden. Het water dat op deze gronden valt wordt minder goed vastgehouden, waardoor het regenwater versneld afstroomt, de kans op landverschuivingen toeneemt en grote hoeveelheden slib meegevoerd worden naar de rivieren. Door de versnelde afstroming van regenwater krijgen rivieren plotseling veel water te verwerken en kunnen daardoor buiten hun oevers treden. Naastgelegen landbouwgronden, dorpen en steden komen blank te staan, wat zorgt voor grote schade en verlies van de oogst. Het meegevoerde zilt vertroebelt het rivierwater, waardoor de waterkwaliteit drastisch verslechtert. De beperkte mogelijkheid tot het vasthouden van (regen)water heeft ook gevolgen voor de basisafvoer van de rivieren. Deze neemt namelijk af, waardoor in drogere perioden rivieren droog kunnen komen te staan. Het ecologisch systeem van de rivieren raakt danig verstoord, mede doordat miljoenen vissen en waterplanten sterven. Grootschalige ontbossing leidt er dus toe dat de afvoer van de rivier steeds grilliger verloopt en dat overstromingen en droogten steeds vaker – en zelfs in hetzelfde jaar nog – voor kunnen komen.

Naast droogte en overstromingen vormt vervuiling van water een bedreiging voor de voorraad kwalitatief goed zoet water. Zoals ik al aangaf, is de vervuiling van water volledig toe te schrijven aan de mens. Door toenemende industrialisatie, toenemend waterverbruik en het ongehinderd lozen van afvalwater raken rivieren, meren en kustgebieden vervuild. Vele rivieren, waaronder de Jangstekiang (een van de grootste rivieren ter wereld), zijn zo goed als dood verklaard. Het ontbreekt momenteel vaak nog aan regelgeving voor het lozen van vervuild water op rivieren en meren en aan voldoende en betrouwbare handhaving daarvan. De Rijn heeft aangetoond dat goede regelgeving en handhaving van een dode rivier een levende rivier kan maken. De Rijn was in 1975 nog biologisch dood verklaard, maar is na grote internationale inspanningen na twintig jaar aan de betere hand en kan nu weer een levende rivier worden genoemd. Het is echter de vraag of dit ‘wonder’ herhaald kan worden in andere landen, en of twintig jaar niet te lang is. Daarnaast speelt nog mee dat het grondwater als gevolg van lozingen op rivieren en meren vervuild raakt en op een gegeven moment zelfs onbruikbaar wordt.

Internationale samenwerking en afspraken

Rivieren stromen meestal door meerdere landen. Het water- en landverbruik in hoger gelegen gebieden beïnvloedt in grote mate de kwaliteit en kwantiteit van het rivierwater in lager gelegen gebieden. In het geval van de rivier de Rijn is gebleken dat door internationale samenwerking en het maken van bindende afspraken problemen verholpen kunnen worden. Daar waar dergelijke afspraken niet worden gemaakt en er niet wordt samengewerkt komen internationale betrekkingen op scherp te staan (dit geldt overigens ook binnen een land zelf, tussen meerdere belanghebbenden). Op tal van plaatsen staan de betrekkingen als gevolg van de waterproblematiek op scherp, bijvoorbeeld tussen Egypte, Sudan en Ethiopië. De rivier de Nijl is de levensader van deze landen, met name voor Egypte en Sudan. De landen hebben tot op heden geen overeenstemming kunnen bereiken over de verdeling van het water in de Nijl. Volgens oud-secretaris-generaal van de VN Boutros Boutros-Ghali neemt de kans op een gewapend conflict toe zolang een overeenstemming uitblijft.

Conclusie

De voorraad kwalitatief goed zoet water in de wereld wordt bedreigd. Dit heeft meerdere oorzaken, waarvan er een aantal in vogelvlucht zijn beschreven. De combinatie van alle oorzaken maakt dat de bedreiging zeer serieus genomen moet worden. Een afname van de voorraad heeft grote gevolgen voor de gezondheid en ontwikkeling van de mens, de natuur, de economie, het klimaat en voor geopolitieke conflicten. Daarom vormt het borgen van voldoende kwalitatief goed zoet water een van de grootste uitdagingen voor de mens in deze eeuw.

Noten en/of literatuur

BBC News, Ethiopia and Egypt dispute the Nile, 24 februari 2005, http://news.bbc.co.uk/2/hi/science/nature/4274757.stm (30 januari 2010).

Hoffmann, S.J., Planet Water: investing in world’s most valuable resource, Hoboken, 2009.

IPO, Klimaateffectatles, inspelen op klimaatverandering, 2009, http://klimaateffectatlas.wur.nl (30 januari 2010).

Kaderrichtlijn Water, ‘Kaderrichtlijn Water’, in: Helpdesk Water, http://www.kaderrichtlijnwater.nl (30 januari 2010).

Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Water in beeld 2007, Den Haag, 2007.

Pacific Institute, ‘Water Conflict Chronology’, in: The World’s Water, 2009, http://worldwater.org/conflict.html (1 november 2009).

Perlman, H., ‘Where is Earth’s water located?’, in: USGS – Water Science for Schools, 2009, http://ga.water.usgs.gov/edu/earthwherewater.html (6 oktober 2009).

Population Division of the Department of Economic and Social Affairs of the United Nations Secretariat, ‘World Population Prospects: The 2006 Revision’, in: Population Division Homepage, 2007, http://esa.un.org/unup/ (30 januari 2010).

Population Division of the Department of Economic and Social Affairs of the United Nations Secretariat, ‘World Urbanization Prospects: The 2007 Revision’, in: Population Division Homepage, 2007, http://esa.un.org/unup/ (30 januari 2010).

Power, M., ‘Peak Water: Aquifers and Rivers Are Running Dry. How Three Regions Are Coping’, in: Wired Magazine 16, 5, 2008.

Rainharvesting, homepage, 2009, http://www.rainwaterharvesting.org (30 januari 2010).

Ruimte voor de rivier, homepage, 2009, http://www.ruimtevoorderivier.nl (30 januari 2010).

The Independent, Water Wars: Climate change may spark conflict, 28 februari 2006, http://www.independent.co.uk/environment/water-wars-climate-change-may-spark-conflict-467957.html (30 januari 2010).

United Nations, The Millennium Development Goals Report 2009, New York, 2009, http://www.un.org/millenniumgoals/pdf/MDG_Report_2009_ENG.pdf (30 januari 2010).

UN Millennium Project, ‘Goals, targets and indicators’, in: MillenniumProject, 2006, http://www.unmillenniumproject.org/goals/gti.htm (30 januari 2010).

UN Water, homepage, 2009, http://www.unwater.org/ (30 januari 2010).

Veerman, C.P., Samen werken met water: een land dat leeft, bouwt aan zijn toekomst: bevindingen van de Deltacommissie 2008, Rotterdam, 2008.

Water Footprint, homepage, 2009, http://www.waterfootprint.org (30 januari 2010).

Weber, U., ‘The “Miracle” of the Rhine’, in: The UNESCO Courier, 6, 2000, http://www.unesco.org/courier/2000_06/uk/planet.htm (30 januari 2010).

WHO en UNICEF, Meeting the MDG drinking water and sanitation target : the urban and rural challenge of the decade, 2006.

Jaïr Smits is in 2008 afgestudeerd in civiele techniek aan de Technische Universiteit Delft. Hij is momenteel werkzaam in Amsterdam als Project Engineer bij ingenieursbureau Witteveen+Bos.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *