Shellshock

Verandering in de omgang met psychische stoornissen tijdens de Eerste Wereldoorlog

Shellshock

Verandering in de omgang met psychische stoornissen tijdens de Eerste Wereldoorlog

Al snel na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog spoelden de hospitalen achter het front vol met gewonde soldaten. De oorlog was van een schaal als nooit eerder gezien, met effecten niet eerder vertoond. Soldaten met verlamde ledematen, rillende lichamen, verlies van spraak en gehoor, hevige toevallen en verwarde geesten(1), nachtmerries, duizeligheid, kortademigheid, gewricht- en spierpijn en met blijvende angsten(2) kwamen ook in de veldhospitalen terecht. Verbaasde artsen wisten niet goed wat ze met de soldaten aan moesten, er waren namelijk geen zichtbare verwondingen. Waar leden deze getroebleerde geesten dan wel aan? Shellshock.

Shellshock kwam voor bij alle strijdende partijen. In Vlaanderen werd het d’n klop genoemd, in Frankrijk choq de guerre en de Duitsers noemden het Kriegsneurose. Shellshock was de enige term die de tand des tijds overleefde en staat nu symbool voor één van de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog.(3) De term shellshock heeft zijn naam te danken aan de grootschalige artillerie bombardementen van de oorlog. Charles Samuel Myers, Britse arts, was de eerste die shellshock medische geloofwaardigheid gaf. Hij schreef dat ‘After a man has been buried, lifted or otherwise subjected to the physical effects of a bursting shell or other similar explosive, he may suffer (…) from mental ‘shock’ (so called ‘shell shock’).’(4) Shellshock kon echter ook optreden wanneer een soldaat niet in de buurt van hevige explosies was. Vervolgens werd de patiënt ingedeeld in twee categorieën: (I) hysterie of (II) neurasthenie (zenuwzwakte). In welke categorie je terecht kwam was in Groot-Britannië sterk afhankelijk van de sociale klasse.(5) Zo kregen officieren vaak het label neurasthenie, wat socialer meer geaccepteerd was, soldaten kregen vaker het label hysterie toebedeeld, volgens Duitse psychiaters was dit iets ‘wat alleen Franse vrouwen kregen’.(6) Omdat shellshock geen breed geaccepteerde aandoening was, was er veel scepsis bij Britse artsen. Soldaten konden de symptomen veinzen om onder hun dienstplicht uit te komen. Velen werden beticht van lafheid of shell shy, een zwakke wil, de soldaten konden wel vechten, maar probeerden het simpelweg niet hard genoeg. Dit had vaak ook weer met klassenverschil te maken. Officieren uit hogere maatschappelijke klassen werden minder snel als laf gezien dan de eenvoudige soldaat uit een boerenfamilie.(7) Shellshock mag echter niet op een lijn worden gezet met het post traumatisch stress syndroom (PTSS), omdat ondanks de overeenkomsten, shellshock een veel bredere term is dan PTSS.(8)

Behandelingen voor shellshock

Artsen en psychiaters wisten niet goed wat ze met de gemankeerde zielen aan moesten. Behandelingsmethoden voor deze oorlogstrauma’s ontwikkelden zich snel. Belangrijk hierbij was het doel van de behandeling: de soldaat zo snel mogelijk gevechtsklaar te maken. De behandeling was dan ook niet gericht op de oorzaak van shellshock, maar op het zo snel mogelijk wegnemen van de symptomen. Behandelmethoden konden vaak net zo verschrikkelijk zijn als de oorlog zelf. Soldaten kregen elektrische massage, werden geïsoleerd, gehypnotiseerd of blootgesteld aan malaria. Deze zogenaamde quick cure behandelingen duurden net zolang tot de patiënt aangaf weer terug te willen naar het front, als de patiënt tenminste niet overleed aan de behandelingen.(9)

Sir Grafton E. Smith en Tom H. Pear bepleitten in Shell shock and its lessons andere behandelmethoden, geïnspireerd door de Franse neuroloog Joseph Jules Dejerine, die stelde dat de mens vooral emotioneel was. Het was een aanklacht tegen de barbaarse methoden zoals hierboven genoemd. In plaats van zich te richten op de fysieke symptomen, diende men te kijken naar de neurologische kant. Psychiaters dienden in gesprekken met de shellshock lijder achter de geschiedenis van de soldaat te komen en de psychische problemen zo te ontrafelen: ‘It is only in this way that any scientific insight into a case of mental disorder can be obtained.’(10) De behandelend arts diende standvastigheid en sympathie te tonen. De patiënt diende gerustgesteld te worden en de arts diende met hem mee te leven. Dit moest echter wel oprecht medeleven zijn, anders zou de patiënt dit doorhebben en als gevolg de behandelingen niet meer vertrouwen. Psychiaters moesten de patiënt vertrouwen geven op herstel en dus dienden de psychiaters ook te vertrouwen in hun eigen behandelingsmethoden.(11)

Het nut van isolatie werd in twijfel getrokken, hoewel deze methode in civiele context succesvol was, was dit vooral geschikt voor ‘well-to-do women living in the lap of luxury.’(12) Een soldaat had deze luxe niet, isolatie was eerder een beloning voor de patiënt, die zo zijn dienst kon ontwijken. Het droeg niet bij aan genezing.

Suggestie en hypnose waren andere methoden die bij konden dragen aan de genezing van de patiënt. Deze methoden dienden voorzichtig en met mate gebruikt te worden. Zoals Smith al eerder stelde was standvastigheid, begrip en vertrouwen in de behandeling, zowel bij arts als patiënt van primair belang. Echt begrip voor de patiënt. Echt vertrouwen in de behandelmethoden. Echte onderkenning van shellshock, dat was de sleutel tot genezing, dat was suggestie. Voelde de soldaat zich niet serieus genomen, dan verviel hij in een verlichte koppigheid en was alle hoop de patiënt te beïnvloeden verkeken. Omdat de patiënt bij bewustzijn moest zijn voor een goede behandeling werd hypnose niet geacht veelvuldig ingezet te worden. In de vroege stadia van shellshock kon hypnose wel worden ingezet om de patiënt rustig te krijgen. Dit had hetzelfde effect als het toedienen van het toen gebruikte verdovingsmiddel bij operaties, chloroform. Mocht alle hoop bij de patiënt zijn vervlogen, dan kon de psychiater teruggrijpen op hypnotische suggestie. In het geval van een Franse soldaat met krampachtige trillingen in zijn rechterarm was dit succesvol. De soldaat was herstellende van zijn wond en van shellshock toen hij zijn officier tegenkwam, de officier was zijn rechterarm verloren. Deze ontmoeting was voor de soldaat zeer choquerend en zijn conditie verslechterde. Van krampachtige trillingen in zijn rechterarm, kwam deze in een staat van heftige ongecontroleerde bewegingen waarbij zijn arm al kanten op vloog. Hij verloor alle hoop op herstel. Hypnotische suggestie werd toegepast. ‘Hope, courage and assurance of recovery following his own effort, together with determination to make every endeavour, were suggested to him’. Elke zitting werd de patiënt verzekerd dat hij elke dag meer controle over zijn spieren kreeg. Na enkele zitting trad verbetering op en werd gestopt met de hypnose.(13)

Naast deze methoden mocht de therapeutische waarde van werk niet worden onderschat. Met name handwerk was geschikt. Patiënten dienden nuttige werken te verrichten. Na weken gepiekerd te hebben over de oorlogsverschrikkingen was het een verademing voor de patiënt zijn gedachten ergens anders op te zetten. Een combinatie van deze behandelingsmethoden zou meer effect hebben dan emotionele verwaarlozing en de patiënt beschamen en lichamelijk heropvoeden.(14)

Ook William H.R. Rivers propageerde andere, humane behandelmethoden. In plaats van onderdrukking van de symptomen en gedachten van de patiënt bepleitte hij erkenning. Dit leidde in één geval tot de volgende beschrijving van een jonge officier. De officier raakte in Frankrijk gewond toen hij zich losmaakte uit een hoop aarde waar hij onder terecht was gekomen. In het Engelse ziekenhuis aangekomen was hij nerveus, leed aan verstoorde slaap en had geen eetlust. Eenmaal genezen van zijn wonden werd hij naar huis gestuurd. Hij leed echter nog steeds aan verstoorde slaap. Hevige nachtmerries over de oorlog hielden hem wakker. Hij kon niet slapen zonder het licht aan, in het donker werd zijn aandacht getrokken door het minste geluid en rilde hij van angst. Iedereen bij wie hij raad vroeg, medicus en leek, wisten hem te vertellen dat hij alle onplezierige gedachten moest uitbannen. Dit werkte niet. Rivers stelde de officier voor om niet te vergeten wat er gebeurd was, want herinneringen van deze intensiteit zijn onvergetelijk. Wellicht konden de gedachten dragelijk gemaakt worden. Rivers sprak met de officier over zijn oorlogservaringen en gedachten. Na een aantal gesprekken gaf de patiënt aan dat hij sinds vijf maanden niet meer zo goed geslapen had. Angsten die hem bezighielden waren niet langer militair van aard, maar huiselijk. De gezondheid van de officier nam toe en hij sliep beter. Na een tijdje kon hij weer vechten aan het front.(15)

In de psychiatrie zijn tijdens de Eerste Wereldoorlog grote stappen voorwaarts gezet. Van de barbaarse methoden werd al snel overgegaan naar meer humane en effectievere geneeswijzen. Officiële erkenning van nauwe banden tussen fysieke en psychische slachtoffers vond echter pas plaats aan het einde van de Tweede Wereldoorlog.(16)

Graag wil ik Alinda Bos bedanken voor haar hulp met het vinden van mijn bronnen.

Noten

(1) Stefanie Caroline Linden en Edgar Jones, ‘German Battle Casualties: The Treatment of Functional Somatic Disorders during World War I’, Journal of the History of Medicine 68:4 (2013) 627-658, aldaar 628.
(2) Edgar Jones en Simon Wessely, ‘Battle for the mind: World War 1 and the birth of military psychiatry’, Lancet 384 (2014) 1708-1714, aldaar 1708.
(3) Leo van Bergen, ‘Over shellshock, d’n klop en kriegneurose’, Leidschrift 29:2 (2014) 95-107, aldaar 95, 97.
(4) C.S. Myers, Shell Shock in France, 1914-1918: Based on a War Diary (Cambridge 1940) 25.
(5) Fiona Reid en Christine Van Everbroeck, ‘Shell Shock and the Kloppe: war neuroses amongst British and Belgian troops during and after the First World War’, Medicine, Conflict and Survival 30:4 (2014) 252-275, aldaar 258.
(6) Van Bergen, ‘Over shellshock, d’n klop en kriegneurose’, 99.
(7) Reid en Van Everbroeck, ‘Shell Shock and the Kloppe’ 262, 264.
(8) Jones en Wessely, ‘Battle for the mind’, 1708.
(9) Van Bergen, ‘Over shellshock, d’n klop en kriegneurose’, 102.
(10) G. E. Smith en T. H. Pear, Shell shock and its lessons (Manchester 1917) 4.
(11) Ibidem, 28-29.
(12) Ibidem, 32.
(13) Ibidem, 37-40.
(14) Shell shockbbc.co.uk/insideout/…07-01-2015.
(15) William H. R. Rivers, ‘The repression of war experience’, Proceedings of the Royal Society of Medicine 11:Sect Psych (1918) 1-20, aldaar 4-5.
(16) Jones en Wessely, ‘Battle for the mind’, 1713.

Noten en/of literatuur

Bergen L. van (2014) ‘Over shellshock, d’n klop en kriegneurose’, Leidschrift 29:2 95-107.

Jones E. en Wessely S. (2014) ‘Battle for the mind: World War 1 and the birth of military psychiatry’, Lancet 384 1708-1714.

Linden S. C. and Jones E. (2013) ‘German Battle Casualties: The Treatment of Functional Somatic Disorders during World War I’, Journal of the History of Medicine 68:4 627-658.

Myers C. S., Shell (1940) Shock in France, 1914-1918: Based on a War Diary (Cambridge).

Reid F. and Everbroeck C van (2014) ‘Shell Shock and the Kloppe: war neuroses amongst British and Belgian troops during and after the First World War’, Medicine, Conflict and Survival 30:4 252-275.

Rivers W. H. R. (1918) ‘The repression of war experience’, Proceedings of the Royal Society of Medicine 11:Sect Psych 1-20.

Shell shock bbc.co.uk/insideout/… 07-01-2015.

Vincent Noppe

 

 

 

 

Vincent Noppe is student Geschiedenis.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *