Ik ben lekker bang!

Waarom je het genot van een scheut in je maag zoekt

Ik ben lekker bang!

Waarom je het genot van een scheut in je maag zoekt

et lijkt paradoxaal: geld betalen voor iets wat je de stuipen op het lijf jaagt. Zoals bungeejumpen, je heen en weer laten slingeren in een achtbaan, of met dichtgeknepen keel kijken naar horrorfilms als Nightmare on Elm Street, The Silence of the Lambs, of The Shining. Het commerciële succes van deze angstaanjagende vormen van amusement laat zien dat zij voorzien in een behoefte. Het is een behoefte die al vroeg in ons leven begint met spelletjes als kiekeboe of verstoppertje. Zij dienen het onderhoud van een fundamenteel biologisch systeem, dat ons moet beschermen tegen gevaar.

Vreesaanjagende prikkels trekken aandacht

Elk organisme dat zich kan handhaven op onze planeet moet over ten minste drie capaciteiten beschikken: zich voeden, zich voortplanten en zichzelf verdedigen tegen gevaar. Hoe bijvoorbeeld grasplantjes dit laatste doen, kun je ruiken nadat gras net is gemaaid. Er is dan een specifieke geur, die afkomstig is van feromonen (geurhormonen), die de plantjes de wereld in sturen wanneer zij worden beschadigd door bijvoorbeeld de tong van een grazer of de bladen van een maaimachine. Andere grasplantjes die de geur waarnemen, maken zich kleiner, om zich zo beter op het gevaar te kunnen voorbereiden.

De verdedigingsmechanismen van zoogdieren zoals de mens liggen diep verankerd in het brein. Prikkels die in aanleg of door meegemaakte gebeurtenissen geassocieerd zijn met gevaar, worden al herkend voordat wij ons ervan bewust zijn. Zo beschikken we over een reeks automatische reacties, die wij kennen als schrik en angst. Het zijn reacties die ons in staat stellen optimaal op het gevaar te reageren. We vallen stil of duiken ineen, en in minder dan seconden van tijd veranderen ons lichaam en onze geest: de hartslag versnelt, spieren spannen zich en ons blikveld vernauwt zich tot de bron van het gevaar en de mogelijke vluchtweg. Al naargelang de situatie kiest het verdedigingssysteem automatisch voor vechten, vluchten, bevriezen of bescherming zoeken.

Het herkennen van gevaar overstemt alle andere vormen van aandacht. Daarbij gaat het niet alleen om het herkennen van gevaarlijke stimuli, maar ook om het herkennen van tekenen van angst bij medemensen (Boer, 2017). Wanneer je ziet dat iemand schrikt, wil je eerst weten waarvoor dat is, pas daarna kun je weer je aandacht aan iets anders geven. Het zou immers iets kunnen zijn wat ook voor jou bedreigend is. Vandaar dat zowel directe als indirecte tekenen van gevaar krachtig je aandacht trekken.

Oefenen van verdedigingsmechanismen

Een van de eerste vormen van angst is die voor het uit het oog verliezen van beschermende volwassenen. Deze separatieangst is er vanaf ongeveer de leeftijd van zes maanden. Jonge kinderen genieten ervan wanneer deze angst speels wordt opgeroepen bij een spelletje als kiekeboe. Wanneer kinderen wat ouder zijn, roepen ze de angst zelf op met verstoppertje spelen. Dit soort spel is universeel en vervult een belangrijke evolutionaire functie: Het biedt de gelegenheid het angstige gevoel in een gecontroleerde situatie te ervaren en te leren er invloed op uit te oefenen (Clasen, 2012).

Iets vergelijkbaars doet zich voor wanneer je kinderen sprookjes vertelt. Ze kunnen heerlijk griezelen bij de gedachte dat Roodkapje door een als grootmoeder vermomde wolf wordt verslonden. De goede afloop van het verhaal en de aanwezigheid van een beschermende volwassene maken dat het griezelen beperkt blijft, om zich op te lossen in een goede afloop. Al griezelend heeft het kind het verdedigingssysteem weer even kunnen oefenen.

Het ‘nut’ van ramptoerisme

Wanneer op de snelweg een ernstig ongeluk heeft plaatsgevonden, ontstaat op de andere weghelft een kijkersfile. Wanneer mensen horen van een ramp, zijn er heel wat die daar graag naar kijken – op televisie of in real life als ramptoerist. We spreken van sensatie zoeken. Dat element kan zeker een rol spelen; iets opzoeken wat een sterke emotie oproept. Maar wat meestal meer op de voorgrond staat zijn gedachten als ‘dat had mij ook kunnen gebeuren!’, met een voor de mond geslagen hand als teken van afschuw. Tegelijkertijd is er het besef dat het je niet is gebeurd en dat je veilig vanuit je stoel thuis of in de auto kunt kijken naar iets wat had kúnnen gebeuren, maar jou (nog) niet heeft getroffen. De confrontatie met het ongeluk of de ramp helpt je ook te bedenken wat je kunt doen om niet ook slachtoffer te worden. Dat gebeurt bewust, maar ook onbewust wordt kennis toegevoegd. Daardoor kan je verdedigingssysteem voortaan ook dit soort gevaar herkennen.

Plezierige angst

Ofschoon angst geldt als een negatieve emotie, kent hij ook zijn positieve varianten. Veilig in je bioscoopstoel gezeten, kun je gruwen van horrorbeelden, maar tegelijkertijd opgelucht vaststellen dat het gevaar je niet echt kan raken. Samen met de andere bioscoopbezoekers laat je je gecontroleerd bang maken, maar kun je er ook van genieten dat je samen zo flink bent, dat je hier gewoon naar kunt kijken. Juist in de relatieve veiligheid van de bioscoop kun je toegeven aan positieve emoties als nieuwsgierigheid. Je kunt goed kijken wat er nu precies gebeurt bij een gebeurtenis die in het werkelijke leven zo gruwelijk is, dat je je er alleen maar in afschuw van kunt afkeren. Tenslotte kan het een kick geven om even zo’n krachtige emotie te ervaren, ook al is het een negatieve.

Vooral adolescenten houden van horror

Niet iedereen houdt van bungeejumpen of kijken naar een horrorfilm. Bij de liefhebbers van dit soort amusement vinden we vooral veel adolescenten en jongvolwassenen. Ook dit laat zich begrijpen vanuit een evolutionair oogpunt. In de overgang van het ouderlijk gezin naar een autonome positie in de maatschappij moet je het vertrouwde, het veilige, los kunnen laten en risico willen lopen in de overgang naar een nog onbekende toekomstige situatie (Clasen, 2012; Hanrich, 2010). De bandbreedte van risicovol gedrag moet toenemen. Tegelijk is dit bedreigend. Het oefenen ervan in een veilige situatie – gezeten in een bioscoopstoel of hangend in een veiligheidsgordel – maakt dat je verdedigingssysteem fitter en krachtiger wordt. Zoals een fysiek trainingsprogramma je spieren en uithoudingsvermogen kan verbeteren.

Soms is er nog een persoonlijk belang

Liefhebbers van bungeejumpen, achtbanen of horrorfilms zullen van elkaar verschillen in datgene wat ze eraan ontlenen. De een vindt het leuk om het eens meegemaakt te hebben, maar daarna hoeft het niet meer. De ander vindt er een hobby in, die met enige regelmaat wordt beoefend. Maar daar is het ook mee gezegd. Er zijn ook mensen die er geen genoeg van kunnen krijgen, of zelfs voor wie de prikkels steeds krachtiger moeten worden. Dat kan bijvoorbeeld komen doordat iemand zich chronisch licht depressief voelt en weinig plezier kan ontlenen aan de dagelijkse dingen. Dan moeten er krachtige kicks worden gezocht om dat zeurende negatieve gevoel weg te werken.

Maar het kan ook zijn dat iemand een schokkende gebeurtenis heeft meegemaakt, die onvoldoende is verwerkt. Bij kinderen zie je dan zogenaamd posttraumatisch spel, waarin telkens de gebeurtenis wordt nagespeeld, zonder dat dit leidt tot opluchting of verwerking. Ook bij volwassenen kan het zijn dat zij steeds iets gruwelijks moeten opzoeken, dat lijkt op een onverwerkte traumatische gebeurtenis.

Conclusie

Elk individu moet zich kunnen verweren bij gevaar. Daarvoor zijn krachtige aangeboren systemen beschikbaar. Het is goed om die te oefenen in situaties waarin er geen gevaar is, maar waarin dat wordt gespeeld of gefantaseerd. Gevaarlijke situaties trekken daardoor automatisch krachtig je aandacht. In real life volgt bij gevaar een reeks automatische reacties, die het moeilijk maken rustig te kijken wat er nu precies aan de hand is en wat je zou kunnen doen om het gevaar te voorkomen. Bij het kijken naar gruwelijkheden via televisie of film is er naast afschuw ruimte voor nieuwsgierigheid. Dat kan gepaard gaan met geruststellende gedachten, als: ‘dat zou mij niet kunnen gebeuren, want (vul verder in)’. Bij het in groepsverband kijken naar horror is er ook de positieve emotie van samen dit toch maar durven en weten dat je het gruwelijke achter je laat wanneer je weer op straat staat. Dat juist adolescenten en jongvolwassenen zich aangetrokken voelen tot ‘genot dat je een scheut in de maag geeft’, past bij hun ontwikkelingsfase. Omdat zij meer risico lopen in de overgang van het ouderlijk huis naar de maatschappij, is het nuttig te kunnen oefenen met risico in gecontroleerde situaties.

Noten en/of literatuur

Frits Boer (2017). Angst – Van monster tot stille kracht. Utrecht: de Tijdstroom.

Mathias Clasen (2012). ‘Monsters evolve: A biocultural approach to horror stories’. Review of General Psychology, 16, pp. 222-229.

Julian Hanrich (2010). Cinematic emotion in horror films and thrillers. New York: Routledge.

Frits Boer

 

Frits Boer is emeritus hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie bij het AMC. Hij is onder andere auteur van Angst – Van monster tot stille kracht, Utrecht: de Tijdstroom, 2017.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *