Praten je darmen met je hersenen?

Praten je darmen met je hersenen?

Zou het kunnen? Dat onze bacteriën bepalen hoe we ons voelen en gedragen?

Een mens bestaat voor het grootste deel niet uit humane cellen, maar uit bacteriecellen,1 de microbiota, die zich vooral in het darmstelsel bevinden. In totaal zijn er meer dan 1000 verschillende soorten bacteriën bekend die in de humane microbiota zijn gevonden en ieder mens heeft daarvan een unieke samenstelling. Deze bacteriën beginnen vlak na de geboorte met de kolonisatie van het maag-darmstelsel. Er zijn zelfs aanwijzingen dat een foetus al in de baarmoeder met bacteriën in aanraking komt.2 Factoren die van invloed zijn op de bacteriesamenstelling zijn onder andere de leeftijd en de genetische achtergrond van de gastheer, voeding en omgevingsfactoren zoals beweging, roken en het gebruik van medicijnen.3

Darmbacteriën zijn belangrijk voor de gezondheid van mensen. Ze helpen om het immuunsysteem te ontwikkelen, ze hebben een rol bij het verteren van voedsel, ze produceren vitamines, en ze helpen beschermen tegen pathogenen. De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar de verschillen in samenstelling van de microbiota tussen gezonde en zieke mensen, en er zijn momenteel al meer dan 25 ziektes bekend die gelinkt zijn aan verschillen in de microbiota.4 Hierbij zijn darmziektes, zoals Colitis Ulcerosa, de ziekte van Crohn en het prikkelbaredarmsyndroom, maar ook ziektes zoals diabetes, reuma, en de ziekte van Parkinson. Over het algemeen wordt er bij zieke mensen een verminderde diversiteit in de microbiota gevonden, maar het is vaak nog onduidelijk of deze een oorzaak of een gevolg van de ziekte is.

Experimenten in bacterievrije muizen hebben aangetoond dat bacteriën een belangrijke rol spelen bij gedrag.5 Zo laten bacterievrije muizen minder angstig en depressief gedrag zien, maar hebben ze juist een verhoogde respons op stress. Ook experimenten met poeptransplantaties hebben het belang van bacteriën op gedrag laten zien. Zo zijn Balb/C muizen van nature angstiger dan Swiss Webster muizen. Maar als Balb/C muizen nu een poeptransplantatie krijgen van Swiss Webster muizen, worden ze minder angstig, terwijl het omgekeerde juist gebeurt bij een poeptransplantatie van Balb/C muizen naar Swiss Webster muizen.6 In een ander experiment kregen ratten poeptransplantaties van mensen met een ernstige depressie of van gezonde vrijwilligers. De ratten die de transplantatie van depressieve mensen hadden gekregen, toonden depressief en angstig gedrag, wat niet gebeurde in de dieren die een poeptransplantatie van gezonde mensen hadden gekregen.7

Ook in mensen zijn een aantal interessante bevindingen gedaan. Zo is gebleken dat er verschillen zijn in bacteriesamenstelling tussen gezonde mensen en mensen met een depressie,7-9 gezonde mensen en mensen met autisme10,11 en gezonde mensen en mensen met schizofrenie.12,13 Een andere interessante bevinding werd gedaan in een recente studie, waarbij gezonde vrouwen werden ingedeeld in twee groepen, gebaseerd op hun bacteriesamenstelling. Vrouwen uit de ene groep hadden een hogere activiteit in bepaalde hersengebieden wanneer ze naar negatieve plaatjes keken dan de vrouwen uit de andere groep,14 waarbij wel opgemerkt moet worden dat een van de groepen maar uit zeven personen bestond, en de andere uit 33. Een derde voorbeeld is een studie in een kliniek voor alcoholverslaafden in België. Hierbij werden de patiënten in twee groepen verdeeld, gebaseerd op de doorlaatbaarheid van de darm. De groep met de hoge darmdoorlaatbaarheid had een veranderde bacteriesamenstelling vergeleken met de groep met de lage darmdoorlaatbaarheid en een controlegroep.15 De groep met de hoge darmdoorlaatbaarheid scoorde significant hoger op vragenlijsten op het gebied van depressie, angst en hunkering voor en na een detoxificatieperiode.

Voorlopig is het nog onduidelijk via welke mechanismen bacteriën invloed uitoefenen op gedrag en gevoel in mensen. Er zijn verschillende communicatieroutes van de darmen naar de hersenen mogelijk: via het immuunsysteem, via stoffen die de bacteriën maken en uitscheiden, via hormonen en/of via het zenuwstelsel.16 Welke routes het meest belangrijk zijn, is nog onbekend. Ook is nog onduidelijk welke soorten bacteriën een rol spelen bij deze communicatie tussen de verschillende bacteriën in de darmen en de hersenen.

 Iedereen eet bacteriën, maar de meeste van deze bacteriën komen niet in de darmen terecht, omdat ze het maagzuur niet overleven. Naast de algemene bacteriën die gebruikt worden voor voedselbereiding, kunnen aan levensmiddelen ook probiotica worden toegevoegd: levende micro-organismen die een gezondheidseffect op de gastheer hebben als ze in adequate hoeveelheid worden toegediend.17 Ze kunnen in voedingsmiddelen zitten, zoals yoghurt, of als voedingssupplement op de markt worden gebracht.


Probiotica hebben verschillende bewezen gezondheidsvoordelen. Ze zijn werkzaam op het gebied van darmgezondheid, denk bijvoorbeeld aan preventie van antibiotica-geassocieerde diarree,18 behandeling van infectieuze diarree,19 prikkelbaredarmsyndroom,20 en ernstige darmproblemen bij prematuur geboren baby’s (necrotising enterocolitis).21 Ook buiten de darm kunnen ze effecten hebben, denk bijvoorbeeld aan preventie van eczeem,22 behandeling van hooikoortsklachten,23 het verminderen van luchtweginfecties,24 het verlagen van het cholesterolniveau,25 en effecten op glucose-metabolisme.26,  De laatste jaren is er ook aandacht voor effecten van probiotica op de hersenen van de gastheer, daar is zelfs een nieuwe term voor bedacht: psychobiotica.28 Psychobiotica zijn veel bestudeerd in diermodellen, maar er zijn ook al enkele eerste studies in mensen gedaan. Diverse studies hebben aangetoond dat deelnemers minder last hebben van stress na inname van probiotica.29,30 Een studie in gezonde vrouwen heeft laten zien dat de hersenactiviteit van vrouwen anders is als ze vier weken lang dagelijks een gefermenteerd yoghurtproduct met probiotica hadden gegeten, ten opzichte van vrouwen die een controleyoghurt hadden gegeten.31 Een andere studie met gezonde vrijwilligers heeft aangetoond dat ze na vier weken inname van een probiotisch voedingssupplement lager scoorden op vragenlijsten die de cognitieve reactie op een slechte stemming meten.32 Recente overzichtsstudies suggereren dat probiotica effect kunnen hebben op depressiesymptomen, maar geven ook aan dat er nog veel meer onderzoek nodig is.33,34 Ook zijn er nog geen studies gedaan die een duidelijk effect op gedrag laten zien.

Al met al zijn er dus al veel correlaties gevonden tussen de darmbacteriën en verschillende ziektes en gedragingen, maar het is nog te vroeg om te kunnen concluderen welke manipulaties van de microbiota effect hebben op hoe mensen zich voelen of gedragen. Het kan in ieder geval geen kwaad om met een afwisselend dieet goed voor de bacteriën in onze darmen te zorgen.

Disclaimer: de auteur is werkzaam als onderzoeker bij Winclove Probiotics. Winclove produceert, ontwikkelt en onderzoekt probiotica.

Noten en/of literatuur

1. Sender, R., S. Fuchs, and R. Milo, Revised Estimates for the Number of Human and Bacteria Cells in the Body. PLoS Biol, 2016. 14(8): p. e1002533.

2. Reid, G., et al., Microbes central to human reproduction. Am J Reprod Immunol, 2015. 73(1): p. 1-11.

3. Zhernakova, A., et al., Population-based metagenomics analysis reveals markers for gut microbiome composition and diversity. Science, 2016. 352(6285): p. 565-9.

4. De Vos, W.M. and E.A. de Vos, Role of the intestinal microbiome in health and disease: from correlation to causation. Nutr Rev, 2012. 70 Suppl 1: p. S45-56.

5. Foster, J.A. and K.A. McVey Neufeld, Gut-brain axis: how the microbiome influences anxiety and depression. Trends Neurosci, 2013.

6. Bercik, P., et al., The intestinal microbiota affect central levels of brain-derived neurotropic factor and behavior in mice. Gastroenterology, 2011. 141(2): p. 599-609, 609.e1-3.

7. Kelly, J.R., et al., Transferring the blues: Depression-associated gut microbiota induces neurobehavioural changes in the rat. J Psychiatr Res, 2016. 82: p. 109-18.

8. Jiang, H., et al., Altered fecal microbiota composition in patients with major depressive disorder. Brain Behav Immun, 2015. 48: p. 186-94.

9. Naseribafrouei, A., et al., Correlation between the human fecal microbiota and depression. Neurogastroenterol Motil, 2014. 26(8): p. 1155-62.

10. Berding, K. and S.M. Donovan, Microbiome and nutrition in autism spectrum disorder: current knowledge and research needs. Nutr Rev, 2016. 74(12): p. 723-736.

11. Kraneveld, A.D., et al., Gut-to-Brain Axis in Autism Spectrum Disorders: Central Role for the Microbiome. Int Rev Neurobiol, 2016. 131: p. 263-287.

12. Dickerson, F., E. Severance, and R. Yolken, The microbiome, immunity, and schizophrenia and bipolar disorder. Brain Behav Immun, 2016.

13. Nemani, K., et al., Schizophrenia and the gut-brain axis. Prog Neuropsychopharmacol Biol Psychiatry, 2015. 56: p. 155-60.

14. Tillisch, K., et al., Brain structure and response to emotional stimuli as related to gut microbial profiles in healthy women. Psychosom Med, 2017.

15. Leclercq, S., et al., Intestinal permeability, gut-bacterial dysbiosis, and behavioral markers of alcohol-dependence severity. Proc Natl Acad Sci U S A, 2014. 111(42): p. E4485-93.

16. Carabotti, M., et al., The gut-brain axis: interactions between enteric microbiota, central and enteric nervous systems. Ann Gastroenterol, 2015. 28(2): p. 203-209.

17. Hill, C., et al., Expert consensus document: The International Scientific Association for Probiotics and Prebiotics consensus statement on the scope and appropriate use of the term probiotic. Nat Rev Gastroenterol Hepatol, 2014. 11(8): p. 506-14.

18. Hempel, S., et al., Probiotics for the prevention and treatment of antibiotic-associated diarrhea: a systematic review and meta-analysis. JAMA, 2012. 307(18): p. 1959-69.

19. Allen, S.J., et al., Probiotics for treating acute infectious diarrhoea. Cochrane Database Syst Rev, 2010(11): p. CD003048.

20. Zhang, Y., et al., Effects of probiotic type, dose and treatment duration on irritable bowel syndrome diagnosed by Rome III criteria: a meta-analysis. BMC Gastroenterol, 2016. 16(1): p. 62.

21. Alfaleh, K., et al., Probiotics for prevention of necrotizing enterocolitis in preterm infants. Cochrane Database Syst Rev, 2011(3): p. CD005496.

22. Zuccotti, G., et al., Probiotics for prevention of atopic diseases in infants:systematic review and meta-analysis. Allergy, 2015.

23. Zajac, A.E., A.S. Adams, and J.H. Turner, A systematic review and meta-analysis of probiotics for the treatment of allergic rhinitis. Int Forum Allergy Rhinol, 2015. 5(6): p. 524-32.

24. Wang, Y., et al., Probiotics for prevention and treatment of respiratory tract infections in children: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. Medicine (Baltimore), 2016. 95(31): p. e4509.

25. Sun, J. and N. Buys, Effects of probiotics consumption on lowering lipids and CVD risk factors: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. Ann Med, 2015. 47(6): p. 430-40.

26. Li, C., et al., Effect of probiotics on metabolic profiles in type 2 diabetes mellitus: A meta-analysis of randomized, controlled trials. Medicine (Baltimore), 2016. 95(26): p. e4088.

27. Samah, S., et al., Probiotics for the management of type 2 diabetes mellitus: A systematic review and meta-analysis. Diabetes Res Clin Pract, 2016. 118: p. 172-82.

28. Dinan, T.G., C. Stanton, and J.F. Cryan, Psychobiotics: A Novel Class of Psychotropic. Biol Psychiatry, 2013.

29. Andersson, H., et al., Oral Administration of Lactobacillus plantarum 299v Reduces Cortisol Levels in Human Saliva during Examination Induced Stress: A Randomized, Double-Blind Controlled Trial. Int J Microbiol, 2016. 2016: p. 8469018.

30. Moller, C.M., et al., Influence of acute multi-species and multi-strain probiotic supplementation on cardiovascular function and reactivity to psychological stress in young adults: a double-blind, randomized, placebo-controlled trial. Psychosom Med, 2017.

31. Tillisch, K., et al., Consumption of fermented milk product with probiotic modulates brain activity. Gastroenterology, 2013. 144(7): p. 1394-401, 1401 e1-4.

32. Steenbergen, L., et al., A randomized controlled trial to test the effect of multispecies probiotics on cognitive reactivity to sad mood. Brain Behav Immun, 2015. 48: p. 258-64.

33. Wallace, C.J. and R. Milev, The effects of probiotics on depressive symptoms in humans: a systematic review. Ann Gen Psychiatry, 2017. 16: p. 14.

34. Huang, R., K. Wang, and J. Hu, Effect of Probiotics on Depression: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials. Nutrients, 2016. 8(8).

Saskia van Hemert


Saskia van Hemert werkt als senior onderzoeker bij Winclove Probiotics in Amsterdam. Haar expertise ligt op het gebied van interacties tussen de gastheer en bacteriën, met een focus op de mogelijke verbindingsas microbiota-darmen-hersenen. In samenwerking met onderzoekers van verschillende universiteiten probeert ze te ontrafelen hoe de communicatie tussen de hersenen en de bacteriën in de darm in elkaar steekt
.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *